“Ik heb de mooiste baan ter wereld.”
Het is opvallend hoe vaak je als Vroege Vogels verslaggever die opmerking hoort. Biologen, boswachters, Greenpeacecampaigners en heel veel andere werkers in de wereld van natuur en milieu zijn méér dan tevreden over hun baan. Het is goed om te merken dat er zoveel van die bevlogen vogels zijn.
Ik antwoord altijd: “Nee hoor,
ík
heb de mooiste baan ter wereld!” Voor Vroege Vogels kom ik al jaren op de meest bijzondere plekken en ontmoet van die mensen. Neem afgelopen week. Om tien uur afgesproken bij de ingang van Burgers’ Zoo in Arnhem, waar Joep Wensink me opwacht. Hij zal me naar het bassin van de Larmantijnen brengen, midden in de enorme ruimte waarin het oerwoud is nagebouwd: de Bush.
Andere mensen gaan op een vrije dag naar de dierentuin, krijgen geen privé-rondleiding en moeten er nog voor betalen ook. Terwijl ik het werken noem als ik zo’n reportage ga maken. Okee, het is niet altijd feest, want je moet soms ook om drie uur ’s nachts opstaan om bij het krieken van de dag vogelzang op te nemen. Of je krijgt beschimpingen en een baksteen naar je hoofd als je een actie van Greenpeace verslaat. Ook hebben kwaaie boeren mijn bril eens van m’n hoofd geslagen. En tijdens een reportage bij windkracht zes kan ik de microfoon net op tijd wegtrekken als de geïnterviewde zeeziek wordt. Maar toch…
“Toch heb ik de mooiste baan ter wereld,” zeg ik tegen Joep Wensink. We lopen de ingang van de Bush in en je bril beslaat meteen want het is er lekker tropisch warm. Hans de Iongh van het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden is er ook bij. Hij coördineert onder meer onderzoek naar conflicten tussen grote zoogdieren en lokale bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden. Dat gaat ook op voor die Indische zeekoeien die bedreigd worden door lokale vissers. Komende week wordt op het World Ocean Congress een beschermingsplan voor die Dugongs in de Indonesische wateren gepresenteerd. Dat is geschreven door (o.a.) Hans en dus kan hij niet live in Vroege Vogels komen. Dan maar naar de naaste verwanten van de Dugongs. En die zwemmen hier in Burgers’ Bush, vlakbij een waterval, dus het ruist de hele reportage lang.
Hans de Iongh en Joep Wensink vertellen honderduit terwijl de zeekoeien gevoerd worden. Kijk naar de foto van de Dugong – kunt u zich voorstellen dat in vorige eeuwen zeelui die soms jaren van huis waren er een vrouw in zagen? Doordat de melkklieren bij zeekoeien (net als bij olifanten en mensen) tussen de voorpoten zitten (en niet tussen de achterpoten) hebben we wel iets menselijk-vrouwelijks.
Ik heb me ooit laten vertellen dat je ruisend geluid, zoals bij de zeekoeien in Burgers’ niet te lang moet laten horen op de radio. Anders is de helft van je luisteraars weg bij de radio – op weg naar de wc. Toch maar eens onderzoeken of dat echt zo is. De reportage in de uitzending duurt acht minuten, maar als u het aandurft:
Bij de foto's:
1. Larmantijn eet uit de hand in Burgers' Zoo (Joost Huijsing)
2. Verzorger Burgers' Zoo in het bassin tussen de dieren (Joost Huijsing)
3. Dugong onder water (Wikipedia)