Drenthe onder water
• 24-04-2008
• leestijd 2 minuten
Drenthe heeft een uniek watersysteem. Drenthe voert alleen water van eigen bodem af. De Drentse beken staan in verbinding met sloten, kanalen en meren; de Drentse vennen staan niet met ander water in verbinding. Kwelwater speelt een belangrijke rol in de Drentse waterhuishouding. Regenwater zakt in de bodem weg. Een deel daarvan belandt in beken en kanalen, de rest zakt verder weg naar diepere zandlagen om soms kilometers verderop weer aan de oppervlakte te komen. Dat is kwelwater. Kwelwater is door z’n reis door die zandgronden z’n verontreinigingen onderweg kwijtgeraakt en dus heel schoon. Het kwelwater komt naar boven in de midden- en benedenlopen van de beken, die daardoor op die plaatsen soms schoner zijn dan bij de oorsprong Kwelwater is zó schoon, dat het op veel plaatsen wordt opgepompt om er drinkwater van te maken.
In de loop van de 20e eeuw hebben de Drentse beken een forse gedaanteverwisseling ondergaan, vooral ten behoeve van de landbouw. Kronkelende beken zijn gekanaliseerd. Daarnaast is de hoeveelheid voedingsstoffen in het water sterk toegenomen door de meststoffen die vanuit de akkers en weilanden in het water terechtkomen. Hierdoor zakte de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Tien, twintig jaar geleden zag men in dat er maatregelen genomen moesten worden om dat water weer schoon te krijgen.
Dat gebeurt mede in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water, die de landen van de Europese Unie verplicht de ecologische en chemische kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater vóór 2015 sterk te verbeteren.
Er zijn twee belangrijke dingen die je kunt/moet doen om de waterkwaliteit te verbeteren:
Voorkomen dat er verkeerde stoffen (riooloverstort, landbouwvervuiling) in de bovenloopjes komen en beken weer kronkelend maken.