Dieren trainen met gevoel

Trainen wordt vaak verkeerd uitgelegd. Er zijn 2 manieren: bekrachtiging van gedrag en correctie van gedrag. De eerste heeft tot doel gewenst gedrag te laten toenemen en de tweede heeft tot doel ongewenst gedrag te laten afnemen. Maar allebei hebben ze tot doel het uiteindelijke gewenste gedrag te vormen.
Door middel van begrijpen hoe dieren ‘denken’, hoe ze dingen aan elkaar koppelen, hoe gewenst gedrag versterkt kan worden en hoe ongewenst gedrag te laten verdwijnen, is het mogelijk een stevige bandop te bouwen samen.
We zien steeds vaker dat in de dierentuinwereld op grote maar ook op kleine schaal trainingen worden toegepast. Afhankelijk van de wensen en eisen vanuit de tuin kunnen verzorgers hier een steentje in bijdragen. Belangrijk aspect is de wil vanuit de verzorgers. Je moet achter de training staan, je moet het nut en de lol ervan zien. Ieder dierenpark wil graag innoveren en wat is een dierenpark zonder toegewijde verzorgers? Als het goed is krijgt elke verzorger een moment waarop deze het gevoel heeft iets van waarde te willen toevoegen aan zijn dieren. Hierop voortbordurend kom je op het moment waarop je aan een kleine training kunt denken. Het woord “ trainen” is niet echt een goed woord, het is vrij zwaar beladen. Denk dan maar eens aan het binnenhalen van de dieren, hoe gemakkelijk zou dat zijn als ze dat doen zonder al teveel stress?
Kleine medische ingrepen, socialiseren van soortgenoten in een groep, separeren van dieren uit een groep. Een kleine training kan duidelijkheid geven, rust in de groep en minder stress en verkleind de kans op een sedatie.

Bron: Zoo Animal Consultancy