Voor mensen is de directe omgeving van kerncentrale Fukushima in Japan een te vermijden gebied. Maar dieren zouden weleens kunnen profiteren van de problemen met de kerncentrale. Dat zei radiobioloog René Huiskamp van het NRG in Petten dinsdag.
,,Dat zag je ook in Tsjernobyl'', aldus Huiskamp. ,,Er was daar enige tijd na de ramp een enorme toename van herten en vossen. Die gedijen er nog steeds beter dan in andere gebieden, omdat ze er rustig kunnen leven, niet gestoord door mensen die jagen, ontbossen en branden veroorzaken. Het is een soort paradijs geworden voor dieren.'' In de directe omgeving van Tsjernobyl wonen sinds de kernramp van 1986 geen mensen meer.
De meeste dieren zijn volgens Huiskamp minder gevoelig voor radioactieve straling dan mensen. Wel moeten mensen oppassen met melk van koeien die grazen in de buurt van Fukushima. Die kan radioactief besmet zijn.
Ten tijde van Tsjernobyl hebben Huiskamp en zijn collega's een experiment gedaan met koeien. Om te bepalen hoe snel een bepaalde stof verwerkt wordt door het lichaam van de koe, voerden ze de beesten gras dat besmet was tijdens het overwaaien van de radioactieve wolk van Tsjernobyl. ,,We merkten dat hun urine, ontlasting en melk radioactief besmet waren, maar de koeien werden zelf niet ziek.''
,,Over het algemeen kan je zeggen dat mensen ongeveer 1,5 keer gevoeliger zijn voor straling dan dieren. Bij bepaalde doses kan de vruchtbaarheid van dieren teruglopen, net als bij mensen. Je ziet dat vissen minder eitjes leggen en dat de zaadkwaliteit van herten tijdelijk minder wordt. Bij zoogdieren zie je ook dat het beenmerg aangetast wordt. Dat herstelt zich na verloop van tijd zelf weer'', aldus Huiskamp.
Bron: ANP
Bekijk VPRO's Labyrint: De veerkracht van Tsjernobyl