Dick Ket: Over de VARA
• 05-11-2010
• leestijd 3 minuten
Een spreuk van de stichting Pandora zal mij altijd bijblijven: ‘Ooit ’n normaal mens ontmoet? En …. Beviel ‘t?’
Ik moet steeds vaker bekennen, dat het antwoord ‘neen’ is. Nu is het al een gewaagde onderneming om uit te maken wat normaal is. Zeker in deze tijd, waarin geweld een steeds ‘normalere’ rol gaat spelen. Tot in de meest onbenullige reclames toe. Het aanbellen van ouders bij hun dochter, doet de halve wereld zo wat vergaan, bijvoorbeeld. En daarna word ik geacht een bekende Amerikaanse frisdrank te drinken. Mooi niet. Tragisch is, dat één van de weinige reclames, die geweldloos zijn juist weer geweld oproepen. Die van Frans Bauer. Onbenul kan ook te ver doorvoeren.
Geweld en het oproepen tot geweld en vervolgens een stille tocht organiseren is dus normaal. Herrie ook. Pinkpop is leunen tegen een muur van geluid. Het zomercarnaval in Rotterdam doet mijn hoorapparaat op tilt slaan, kinderen staan met hun vingers in de oren wanhopig te proberen een orgie aan geluid tot enigszins aanvaardbare proporties terug te brengen. Tevergeefs. Dan is deze herrie nog een oorstreling in vergelijking met de Dance Parade in diezelfde stad.
Nu is deze vorm van geluidsoverlast incidenteel. Je kunt hem opzoeken of ontlopen. Anders is het met de herrie die we moeten ondergaan om een broek te kopen, of schoenen te passen. De verkoper of verkoopster heeft in dergelijke gevallen iets weg van een guppy. Je ziet de mond bewegen, maar er komt geen geluid uit. Tenminste geen verstaanbare klanken. En wat te denken van de auto, die bij een verkeerslicht naast je staat. Op de klanken uit die auto deint de mijne mee. Toch een aparte sensatie zo’n date tussen twee auto’s.
Vreemd genoeg leidt al dit ‘normale’ onderhuids tot irritatie en agressie. Helaas komen die op het verkeerde moment aan de oppervlakte. Emotionele taferelen bij de rijdende rechter over verschillen die feitelijk niet eens de moeite waard zijn om er één woord over vuil te maken. Eigenaren van honden, katten en hanen worden voor de rechter gesleept. Niet, omdat die beesten mishandeld zouden zijn, maar omdat die onschuldige beesten voor geluidsoverlast zouden zorgen. We moeten toch ergens onze frustratie kwijt. We zijn zo ontaard, dat we de normale geluiden als abnormaal gaan bestempelen. Om toch niet helemaal los te komen van ons verleden zetten we die geluiden op een cd. Om ’s avonds af te spelen bij de openhaard onder het genot van een goed glas wijn. Worden we rustig van.
Zo ver laat ik het niet komen. Liever naakt dan namaak, is mijn devies. Dus ik heb een kip of niet. Een haan mag natuurlijk ook. Ter herinnering aan de goede oude tijd dat die bij de VARA om acht uur voor het ANP-nieuws mocht kraaien. Een baken in de maatschappelijke zee. Evenals het strijdlied van de stem des volks na dit nieuws. Maar zo’n trots dier maakt wel herrie. Op een tijdstip waarop arbeiders vroeger op de fiets naar hun werk togen.
Tegenwoordig draaien we ons nog een keertje om. Anders zijn we te vroeg voor de file waarin we iedere ochtend met zo veel plezier staan. Kortom: de haan is niet met zijn tijd meegegaan. Hij moet geüpdatet worden. De enige haan die vandaag de dag nog enige sier maakt, is Nico, die bij Vogelbescherming Nederland werkt. Dan laat ik Foppe gemakshalve buiten beschouwing.
Ik houd dus mijn poot stijf. Geen kunst met mijn reuma. Ik mijmer en schrijf stukjes over die goede oude tijd, toen normaal nog normaal was en weiger toe te geven aan Japanse speelbeesten, die net echt lijken. Hoewel best makkelijk, want deze doen geen aanslag op mijn gezondheid: geen allergische reactie. Totdat de VARA in haar goedheid heeft beslist, dat ik een haan win. Die kraait als een schorre kip, als ik hem bij zijn oor beet pak. Maar zodra ik dat ‘beest’ weer neerzet, is hij stil. Hoewel deze vogel vals is, houd ik hem. Met zo’n uniek exemplaar ga ik over een paar jaar naar Tussen kunst en kitsch - een leuk dagje uit - en kom ik voor de televisie. Als een normale vreemde snuiter.