Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Dick Ket: Maria

  •  
22-06-2009
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
kat_s__08.jpg
Op een dag dat ik mij om onverklaarbare redenen meer dan normaal verdrietig voel, ontvang ik van tante Post een kaartje. Met het verdrietige bericht, dat een oude vriendin van ons is overleden. Maria - zo heet de vriendin - kwam een slordige 25 jaar geleden bij toeval in ons leven. ’t Had alles te maken met de dood van de kater van onze overbuurtjes, maar het zou te ver doorvoeren om dit uit te leggen. In ieder geval zijn we met hen, om het leed een tikkeltje te verzachten, naar een kattenshow gegaan. Terwijl ik niks met katten had. Door de katten van mijn ouders: zwerfkatten, valse krengen. Een uitzondering hierop vormt een piepjong ‘weesje’. Een roodgestreept katertje uit Italië. Van slechts enkele weken oud. Hij is op de camping, waar we toen op vakantie vertoefden, aangereden. En door een Duitse dierenarts met lucifers en tandenstokertjes gespalkt.
Tot mijn verbazing, zie ik op de show katten, die mij kunnen bekoren. Vooral van uit het oogpunt ‘mooi na te tekenen, te schilderen of fotograferen’. Nieuwsgierig informeer ik voorzichtig naar de prijs van zo’n ‘model’. ‘Duizend gulden’. ‘Van ze lang zal ze leven niet.’ De fokker vertelt ons, dat er in de Betuwe een aardige dame woont, die veel katten heeft en voorzichtig begint katten bij mensen onder te brengen. Nieuwsgierig bel ik diezelfde avond die dame nog op. Even denk ik met de moeder van Prins Bernhard te spreken. ‘Maria’, zo stelt zij zich voor, is van Duitse komaf. Maria en haar man wonen in een boerderij. Heel handig, want toen we binnengelaten waren in de voormalige opkamer, hoorden we overal geluiden van rennende katten. In de kamer zelf moet er één zitten. Die krijgen wij mee om hem uit te proberen bij onze honden. Maria heeft Abessijnen, Oosterse kortharen en Siamezen. Plus nog een aantal missinglinks tussen deze rassen. Om het ras fris te houden. Als wij haar vragen naar het aantal katten, dat zij liefdevol onderdak biedt, wordt dit door haar geschat tussen de twee en driehonderd. Die zich natuurlijk niet allemaal in huis ophouden. Bij een boerderij hoort een stal en daar bevindt zich het grootste deel van haar trotse kattenbezit.
In huis vertroetelt zij een tijd lang twee wilde, Midden-Amerikaanse boskatten. Een bekende scheepsbouwer krijgt deze, nadat hij daar een werf geopend heeft. De man schenkt ze aan een dierentuin. Die ‘tuin’ echter, heeft tijdelijk geen ruimte. Maria neemt ze zonder aarzelen op. Als er na enige tijd toch ruimte wordt gevonden, lijkt het, of er een wervelstorm gewoed heeft in Maria’s woning. Te midden van al dit kattenspul, ‘fietsen’ nog wat kippen, een haan en een hond. Kortom: als deze boerderij had kunnen varen, was het de ark van Noach geweest.
Maria is tot ver buiten onze landgrenzen bekend in de kattenwereld. Niet alleen vanwege haar katten, maar ook als internationaal keurmeester. Zij heeft een zwak. Ze kan geen afstand doen van haar kattenkinderen. Kittens ruilen met een keurmeester is net denkbaar, maar verhandelen, is vloeken in de kerk, ongeacht welke. Toch wordt zij door de omstandigheden - haar man en zijzelf zijn op leeftijd en bezitten een broze gezondheid - gedwongen katten te gaan uit plaatsen. Heel voorzichtig en vooral eerst de kat uit de boom kijkend. Wij zitten in de eerste boom. We krijgen een prachtige, drie jaar oude kater mee. Een wildkleurige Abessijn. Nadat we de eerste test goed doorstaan hebben - de confrontatie met onze honden - belt ze regelmatig met het verzoek om meer katten op te nemen. Zo adopteren we nog Siamezen, Oosterse kortharen en een tussendoortje. Die tussendoortjes zijn soms aandoenlijk lelijk om te zien. Die mening wordt niet gedeeld door onze ‘kattenmoeder’. Katten zijn altijd mooi en lief!
Verdrietig is, dat Maria vanwege haar gezondheid, vaker moet verhuizen. Kleiner wonen. Binnen de kortste keren moeten we katten plaatsen. Dan gaat er wel eens iets fout. Katten worden doorverkocht of niet goed verzorgd. In beide gevallen haalt zij haar troetelkinderen gewoon terug. Zo kregen wij een Siamees met een gebroken staart. Een lief beest, dat ergernis had opgewekt bij zijn toenmalige baasjes, omdat, naar later bleek, hij niet kon trappenlopen.
Maria schrijft bijna aan het eind van haar leven - zo trots als een pauw - een boek. Met al haar kattenervaringen. Vaak ontroerend om te lezen. Dit boek brengt haar nog tot haar verbazing, in conflict met een intolerante dierenwelzijnsorganisatie. Zij vermeldt namelijk, dat zij geen vegetariër is en dat wordt haar heel kwalijk genomen. Het nietige oude dametje schrikt zich een hoedje. Uit haar boek komt duidelijk naar voren, dat haar man - een echte Fries, overleden voordat het boek uitkwam - wel veel van haar gehouden moet hebben. Andersom natuurlijk ook. Want haar leven draait, zeker toen haar mensenkinderen de deur uit waren, om katten. Die onze Fries steeds vaker moet verzorgen.
Aan dit verzorgen is nu een eind gekomen. Man en vrouw vertoeven weer bij de katten, die hen voorgingen. En voor zo ver ik weet, is het volpension hierboven. Dus kunnen zij onbekommerd genieten en zorgeloos de eeuwigheid in gaan.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor