Dick Ket: De Bioloog
• 13-06-2008
• leestijd 2 minuten
Een bioloog is net een mens. Ik beschouw hem meestal als de ‘missing link’ tussen aap en mens. Hij is duidelijk te herkennen: loopt al bijna rechtop, staart toch vaak naar de grond. Mogelijk op zoek naar sporen uit het verleden, heden of gewoon klein geld. Hij heeft woeste ongewassen haren, draagt kleding in vale, vaak groenachtige kleuren en sandalen. En laten we vooral de geitenharen wollen sokken niet vergeten! Voor mij is hij de vroege voorloper van de latere Germanen. Ook die ontberen enig gevoel voor humor.
Ik heb niks tegen deze “verre voorouders” van ons. Hoewel zij nauwelijks enig nut hebben voor onze samenleving, storen zij mij niet. Ze doen in het algemeen weinig kwaad. En soms slaagt een enkeling er zelfs met succes in, om de lange tijdspanne binnen een poep en een zucht te overbruggen. Om hierdoor tijdelijk te kunnen vertoeven tussen hun mutaties van vele duizenden jaren later.
Persoonlijk, denk ik hierbij bijvoorbeeld aan Midas Dekkers, die decennia lang voor de VARA werkte. Het succes van deze bioloog zal er ongetwijfeld toe leiden, dat hij niet wordt begraven of gecremeerd. Neen, na zijn dood wordt hij op- en bijgezet in Naturalis te Leiden. Met het bijschrift, dat deze man niet alleen de ontbrekende schakel was, maar tevens kans zag binnen heel korte tijd zich aan te passen aan en een plaats te verwerven in een maatschappij, die pas vele duizenden jaren later zou ontstaan. Kortom een reiziger in de tijd.
Echter, bekijk ik onze voorloper iets kritischer, dan is hij vaak niet zo onschuldig als hij zich voordoet. Hij bestudeert heel zijn leven lang niet alleen het doen en laten van dieren - vaak nog insecten waar geen mens van gehoord heeft – en planten. Hij pijnigt regelmatig en volkomen nodeloos, het lustobject van zijn studie.
Niet zelden kijk ik naar een programma op de buis, waarin een bioloog een vleugel uittrekt, een bek openspert, of een blad afrukt. Dit alles slechts om ons duidelijk te maken, hoe mooi de natuur in elkaar steekt. Van dergelijke praktijken moeten wij ons van-zelfsprekend, verre houden! Of anders wordt er weer een soort van het één of ander met uitsterven bedreigd.
Ik verdenk de bioloog ervan, dit heel bewust te doen. Enerzijds draagt hij op deze wijze bij aan de teloorgang van het object, dat zo nodeloos gemarteld wordt - stelt u zich inderdaad voor, dat wij allemaal hetzelfde zouden doen - anderzijds showt hij ons een deerniswaardig slachtoffer. En dat is altijd goed voor de kijk- en luistercijfers. Dan zwijg ik uit piëteit maar over de gelden, die dit gemartel opleveren.
Persoonlijk denk ik wel eens, dat als er geen biologen waren geweest, wij geen flauw benul hadden van wat er in onze omgeving aan flora en fauna leeft. En dat is goed, want dan leven zij en wij nog lang en ongestoord, in vrede naast elkaar.