Goed nieuws: in de ENCI-groeve bij Maastricht zijn dertig nieuwe insecten gevonden, waarvan twee voor de wetenschap. Onder de nieuwe soorten voor Nederland zijn bochelvliegen, steltmuggen, lansvliegen, bladvliegen, bocheldansvliegen en paddenstoelmuggen. De laatste twee zijn nog onbeschreven soorten. Eén van bochelvliegen is een parasiet van reuzenmieren, die in Nederland zeldzaam zijn.
Insectenval
Een half jaar gelden is in de ENCI-groeve van de St Pietersberg een insectenval geplaatst door het Natuurhistorisch Museum in Maastricht en die leverde onverwacht veel insecten op. Ruim 200 soorten vliegen en muggen zijn inmiddels door conservator Paul Beuk op naam gebracht. Het natuurgebied waar de insectenval staat, werd drie jaar geleden door de ENCI voor Natuurmonumenten aangelegd als kalkgraslandhelling. Waarom er zoveel verschillende insecten gevonden zijn is nog de vraag, maar de aanwezigheid van verschillende biotopen in de omgeving en de gunstige ‘aanvliegroute’ op de helling spelen waarschijnlijk een rol, aldus conservator Paul Beuk.
Monitoren
Het doel van Natuurmonumenten en het Natuurhistorisch Museum Maastricht is om de ontwikkelingen op de helling minstens enkele jaren te blijven monitoren en de resultaten te vergelijken met de gegevens uit insectenvallen die in de jaren ‘80 en ‘90 van twintigste eeuw in andere delen van de groeve stonden. In de nabije toekomst zullen ook de bijen en wespen, op naam worden gebracht. Op deze manier krijgt Natuurmonumenten betere handvatten voor het beheer van het natuurgebied en documenteert het Natuurhistorisch Museum de huidige fauna van Zuid-Limburg.