De wereld kijkt naar klimaattop Kopenhagen
• 07-12-2009
• leestijd 2 minuten
Het momentum voor een verdrag om klimaatverandering tegen te gaan lijkt er te zijn. Bijna alle regeringsleiders hebben zich uitgesproken voor een ambitieus politiek akkoord, de meeste landen hebben hun reductiedoelen naar buiten gebracht en tienduizenden mensen gingen dit weekeinde de straat op om een sterke overeenkomst te eisen.
En dus is het vanaf maandag twee weken lang vergaderen geblazen in de Deense hoofdstad Kopenhagen. De delegaties praten over meer dan tweehonderd pagina's tekst, die uiteindelijk teruggebracht moeten worden tot dertig kantjes. Dat wordt nog een hels karwei en het is dan ook onduidelijk of dat gaat lukken.
De afspraken over de uitstoot van broeikasgassen zijn volgens wetenschappers hard nodig. Als niet minder wordt vervuild, zal de aarde in rap tempo opwarmen. En dat heeft ernstige gevolgen, zoals overstromingen, stijging van het zeeniveau, hittegolven, langdurige droogtes en voedseltekorten.
Het leek er lange tijd op dat in Kopenhagen een nieuw verdrag tot stand zou komen, dat de opvolger moest worden van het sinds 1997 geldende Kyoto protocol. Maar dat uitzicht veranderde toen bleek dat de Amerikaanse president Barack Obama de nationale klimaatwetgeving niet op tijd door de Senaat kreeg. Steeds vaker spraken wereldleiders van een politiek akkoord in plaats van een verdrag.
Wat dat politieke akkoord inhoudt, weet niemand precies. Kopenhagen kan dan ook verschillende uitkomsten hebben. Het kan zijn dat de onderhandelaars ervoor kiezen de problemen voor zich uit te schuiven. Dan moet er later verder gepraat worden en is de kans aanwezig dat het momentum verloren raakt. Ook is het mogelijk dat er wat losse beloftes worden gedaan, zonder verdere afspraken. Naar verwachting zullen ontwikkelingslanden dat scenario niet accepteren.
Tevens is het mogelijk dat er toch nog een doorbraak komt, zeker nu zoveel regeringsleiders hebben toegezegd naar de top te komen. Dat houdt in dat er ambitieuze doelen gesteld worden, die juridische bindend worden vastgelegd. Op die manier moet er nog wel vergaderd worden om de puntjes op de i te zetten, maar zijn alle landen direct gebonden om zich aan de afspraken te houden.
Ten slotte kunnen de landen in Kopenhagen bindende afspraken maken over lage doelen, onder het motto 'iets is beter dan niets'. Dat soort afspraken kan dan de basis vormen om later ambitieuzere afspraken te maken. Dat laatste scenario lijkt het meest waarschijnlijk, gezien de reductiebeloftes die tot nog toe zijn gedaan.
In totaal moet in 2020 door de rijke landen tussen 25 en 40 procent minder broeikasgas worden uitgestoten dan in 1990 om het tij te keren. Voor de ontwikkelingslanden staat dat percentage op 15 tot 30 procent. Tot nog toe liggen de beloftes van de rijke landen tussen 15 en 25 procent.
Ook afspraken over het tegengaan van ontbossing moeten nog gemaakt worden. Daarnaast steggelen veel landen over de hoeveelheid geld die arme landen moeten krijgen om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan.
Bron: ANP