In de nacht van 4 op 5 februari 1825, precies 200 jaar geleden, werden grote delen van Overijssel getroffen door een ramp van ongekende omvang. Tijdens een zware noordwesterstorm en een gelijktijdige springvloed braken de dijken langs de Zuiderzee, het Zwarte Water, de IJssel en de Vecht op zo’n 70 plaatsen door. Ruim een kwart van de provincie kwam onder water te staan en ook grote delen van Friesland werden overspoeld. Het kolkende water veegde mensen, vee, bomen en complete boerderijen van de kaart. Velen zagen familieleden voor hun ogen verdrinken. In Overijssel vielen er in totaal 305 doden. Toch hoor je bijna niemand over deze ramp.
Historicus Martin van der Linde brengt daar nu, rond de herdenking van de ramp, verandering in met onder andere een podcast die 5 februari online komt, ‘Waterwolf’ geheten. Waterwolf - de bevolking in de 19e eeuw zag het verwoestende water als een roofdier, een vreter van het land. Verder is er een Watersnoodsymposium over de uitdagingen vandaag de dag over waterbeheer. En twee eeuwen na dato worden opnieuw de klokken geluid, ditmaal niet als waarschuwing, maar als eerbetoon aan de slachtoffers. In het voormalige rampgebied luiden de klokken op 4 februari om precies 18.25 uur 305 keer, één slag voor ieder slachtoffer.
De Overijsselse Watersnoodramp is 200 jaar na dato een vergeten ramp in ons collectieve geheugen. Terwijl de ramp voor de klimaatopgaven van de toekomst juist ontzettend relevant en actueel is. Met een voorspelde zeespiegelstijging van één tot twee meter in 2100 is een goede waterbeheersing, zowel langs buiten- als binnendijken en rivieren, van cruciaal belang. Zo bleek ook weer tijdens de laatste hoogwaterperiode aan het einde van 2023. De ramp van 1825 en de lessen die daaruit zijn getrokken zouden een spiegel kunnen zijn voor onze huidige en toekomstige omgang met het water.
Thema's:
Meer over:
stormvloedrampMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.