De rupsen komen!
• 29-04-2010
• leestijd 2 minuten
De eikenprocessierups komt in Nederland steeds vaker en op steeds meer plekken voor. Het kleine diertje wordt de laatste jaren ook in Friesland, Groningen en Drenthe gezien. Dat het geen onschuldig beestje is blijkt wel uit de nare kwaaltjes die je kunt oplopen als je de rups aanraakt. De miljoen brandharen op zijn lijf zorgen bij veel mensen voor allergieën, benauwdheden of huid- en oogirritaties. Genoeg reden om er iets aan te doen, al laat dat soms te wensen over. Een gesprek met Silvia Hellingman van het bedrijf
Biocontrole
die de eikenprocessierups bestrijdt en Henk Jans, eikenprocessierupsdeskundige van de GG&GD.
Omdat het probleem van de eikenprocessierups de afgelopen jaren enorm is toegenomen, begon Hellingman vorig jaar met het testen van allerlei natuurlijke vijanden die binnen de Flora- en faunawet vallen en die bovendien al aanwezig zijn in Nederland. Naast sluipvliegen en sluipwespen stuitte Hellingman op de gaasvlieg (Chrysoperla carnea). Gaasvlieglarven eten jonge eikenprocessierupsen. In hoeverre gaasvlieglarven ingezet kunnen worden om de eikenprocessierups te bestrijden wordt nu onderzocht in een natuurgebied bij Zelhem, gemeente Bronkhorst. Hier loopt een proef waarbij gaasvlieglarven zijn uitgezet op een plek waar bestrijding bijna onmogelijk is en de bewoners al drie jaar lang last hebben van brandharen van de eikenprocessierups.
En waarom doet de eikenprocessierups het zo goed in ons land. Een combinatie van factoren: het is warmer geworden, de monocultuur aan eikenbomen langs wegen, en het maaien van bermen waardoor natuurlijke vijanden van de rups zoals de sluipwesp verdwijnen. Bestrijden helpt wel iets en tijdelijk, maar het blijft wel erg makkelijk voor de rups om zich verder te verspreiden. De oplossing moet uiteindelijk komen van een natuurlijke vijand. Een nieuwe bestrijdingsmethode die hierin gaat voorzien wordt nu onderzocht.