De Purperreiger _10_09_2010
• 10-09-2010
• leestijd 2 minuten
De wetenschappelijke naam van de Purperreiger is:
Ardea purpurea
. Er vallen een paar dingen op aan deze reiger: Hij is iets kleiner en ranker dan de blauwe reiger, hij heeft een slangachtige kop en gestreepte keelzak, uitgespreide achtertenen, de bovenkant van de purperreiger is beige tot lila en de onderkant leem- tot roodbruin. Zijn vleugelslag is trager dan die van de blauwe reiger.
Moerasbewoner
Deze moerasbewoner broedt in kolonie in drassig, overjarig rietland en in door oud riet omgeven struweel. Het voedsel bestaat uit vis en amfibieën, welke in ondiep open water gevangen worden. Het zijn trekvogels, die overwinteren in West-Afrika bezuiden de Sahara.
Bedreigd
De purperreiger is een stuk zeldzamer dan de algemene blauwe reiger. De soort staat op de Rode Lijst vanwege de sterke afname in de jaren zeventig en tachtig. In deze periode broedden gemiddeld 700 paren in Nederland. Deze afname was het gevolg van de droogte in Afrika. Een aantal nattere jaren hierna zorgde ervoor dat het aantal purperreigers weer langzaam toenam. Ook zijn speciale projecten opgezet om natuurgebieden aan te passen aan de wensen van deze reigersoort. Dit heeft geleid tot een uitbreiding vanuit Midden-Nederland en Overijssel tot in Friesland, waar nu de meest noordelijk gelegen purperreigerkolonies ter wereld liggen.
Agrarisch gebied
Dat de Nederlandse purperreigers broeden in natuurreservaten is geen garantie voor hun voortbestaan. Veel purperreigers zoeken hun voedsel in sloten en vaarten in het omringende agrarisch gebied. Deze sloten zouden natuurvriendelijk beheerd moeten worden. De voedselsituatie zou kunnen verbeteren door peilverhoging, natuurvriendelijk slootonderhoud en eventueel het uitzetten van vis. Bij het rietbeheer zou het belang van de purperreiger voorop moeten staan. Maaien van oud riet mag slechts in beperkte mate gebeuren. Rust op de broedplaatsen is, vooral tijdens de vestiging, een vereiste.
Bedreigingen
Inmiddels is wel duidelijk dat droogte in de West-Afrikaanse overwinteringsgebieden een belangrijke rol speelt. Simpelweg: was daar een droog winterseizoen, dan waren het jaar daarop in Nederland weinig broedparen. Het nauwkeurig volgen van de populaties van de purperreiger heeft uitgewezen dat predatie door vossen (en mogelijk ook ander soorten) een grote aanslag plegen op de populatie. Een hoog waterpeil en het geïsoleerd houden van eilanden zouden deze verliezen mogelijk kunnen beperken.