De Nederlandse en Chinese inbreng
• 06-12-2011
• leestijd 2 minuten
De hectiek van een klimaattop is alweer in volle gang: ik ga van vergadering naar bespreking, naar actie naar koffiecorner en tussendoor probeer ik nog een en ander op mijn computer te rammelen. Vandaag niet anders. Ik sprak al met de
VN-Jongeren
, een
senator uit Australië
, een lobbyist van de papierindustrie, de EU-ambassadeur in Zuid-Afrika en – weliswaar kort – iemand van Philips.
En dat was interessant want Philips heeft hier een prijs gewonnen: de
Gigaton Award
. Philips, een van de grote Nederlandse bedrijven is namelijk zeer vooruitstrevend bezig met reductie van CO2 door energiebesparende producten te maken. Zij steunden mij bijvoorbeeld al eerder toen ik in een resolutie het Parlement wilde bewegen naar een ambitieuzer klimaatbeleid te gaan. Vanavond presenteren zij in de plenaire zaal met nog een aantal bedrijven een project wat zij in China deden. Onder andere Ban Ki Moon zal daarbij aanwezig zijn. Zo zie je maar weer dat Nederlandse bedrijven zoals Philips en Unilever werk maken van klimaatbeleid. Iets wat helaas de Nederlandse overheid nalaat. Want daar waar vroeger juist de Nederlandse ministers zich het vuur uit de sloffen renden voor een ambitieus klimaatbeleid gaat Atsma nu
“pragmatisch” om met de klimaattop. Wat dat is? Geen idee.
Ondertussen wordt het hier spannend: China lijkt tot ieders verrassing bereid te zijn om mee te denken aan een bindend klimaatakkoord. De Chinezen nemen sowieso de top zeer serieus, want voor het eerst hebben ze ook hun eigen delegatieruimte tussen de andere landen. Daar zit Nederland ook, met de leus “Pioneers in International Business”. Dat is voor Philips zeker het geval, maar helaas lijkt rond klimaatbeleid de lobby van Shell zwaarder te wegen.