Hij is de stamvader van het tamme schaap en al bijna een eeuw in een populatie van 300 dieren op de Hoge Veluwe: de moeflon. We geven 4 x 2 toegangskaarten weg voor Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Menno Bentveld bezocht de moeflons op de Hoge Veluwe. Bekijk deze uitzending voor tips.
Verboden voor moeflons
Het ecoduct Oud Reemst, dat dit jaar wordt geopend, vormt een verbinding tussen Nationaal Park de Hoge Veluwe en Planken Wambuis van Natuurmonumenten. De natuurbrug is bedoeld voor ringslangen, hagedissen, edelherten. Maar niet voor de grootste en oudste populatie moeflons van Nederland. Die mogen het park niet uit, want het zijn exoten.
Van oorsprong komt de moeflon uit Corsica en Sardinië. Deze laatste natuurlijke populaties zijn bedreigd en bestaan slechts uit nog enkele honderden dieren. Ruim een eeuw geleden zijn er op verschillende locaties in Europa groepen uitgezet, die het momenteel wel goed doen.
In Nederland komt de moeflon sinds 1921 voor, toen de familie Kröller-Muller een klein aantal als jachtwild uitgezette op de Hoge Veluwe. Op dit moment leven er in deze omheinde gebieden ongeveer 300 dieren.
Uiterlijk
De moeflon heeft een korte, gladde, roodbruine tot kastanjebruine vacht. Rondom de ogen en neus, in de oren, bij de buik, hoeven en dijen is de vacht witachtig. Hoe ouder een dier is, hoe groter de vlekken. Mannetjes hebben op de rug een lichte, zadelvormige vlek. Zij hebben ook manen in de hals. Vrouwtjes zijn lichter en grijzer van kleur.
Jonge dieren hebben een wollige grijsbruine vacht, die na korte tijd vervangen wordt door een haarvacht. Bij jonge mannetjes (tot 2 jaar) ontbreekt de witte zadelvlek. In het voorjaar, wanneer de dieren in de rui gaan, valt het onderhaar met hele plukken tegelijk uit.
De hoeven van moeflons zijn smal, rond en staan sterk gespreid. Ook hebben ze kleine bijhoeven. Ze hebben geelbruine ogen aan de zijkanten van de kop met zwarte lengtepupillen.