De milieumarketing van Brinkhorst
• 24-06-2005
• leestijd 3 minuten
Directeur Mirjam de Rijk stuurde onderstaande brief aan de Volkskrant; de brief is geplaatst in de krant van 24 juni 2005.
Onlangs lekten concepten uit van het Energierapport, waarin minister Brinkhorst zijn energieplannen ontvouwt voor het komende decennium. Zelfs de partijgenoten van Brinkhorst waren geschokt. Het leek wel of de ernst van de klimaatverandering in het geheel niet tot de minister is doorgedrongen.
Het Energierapport past in een reeks teleurstellingen over de minister die zo graag roept dat hij de tweede milieuminister in het kabinet is, maar die in werkelijkheid bezuinigt op duurzame energie, energiebesparing niet sexy vindt en zijn oren laat hangen naar de industrie. Brinkhorst kreeg vorig jaar zelfs op zijn donder van de Europese Commissie. Hij was te kwistig geweest met het uitdelen van CO2-rechten aan de industrie. Verhandelbare CO2-rechten, waar Europa sinds kort mee is begonnen, zijn een goed instrument voor klimaatbeleid mits je zuinig bent met het uitgeven van de rechten. Brinkhorst en staatssecretaris van Geel van milieu waren echter zo gul geweest, dat de Europese Commissie hen dwong tot een verlaging.
Vorige maand beleefden we een nieuw dieptepunt in de ambities van Brinkhorst. Hij trok per direct de stekker uit de subsidie voor windmolenparken op zee en energie uit biomassa. En dat terwijl het sinds begin dit jaar, na jaren van vertraging, eindelijk mogelijk was om vergunningen aan te vragen voor wind op zee. Het liep storm. Grote investeerders hebben 54 plannen ingediend voor in totaal vele duizenden windmolens. Niet dat die allemaal gerealiseerd zullen worden, maar er gloren wel kansen voor de offshore industrie – die straks verlegen zit om werk als de olie op de Noordzee op is. En toen zette Brinkhorst de subsidie stop. Daardoor zullen nieuwe bouwplannen voor windparken op zee en bioenergiecentrales in de koelkast verdwijnen.
In Duitsland groeit duurzame energie als kool en werken al 120.000 mensen in deze sector. In Nederland trekken de investeerders in zonne- en windenergie weg vanwege het slechte investeringsklimaat en de wispelturige overheid. In de Tweede Kamer beweerde Brinkhorst dat geen land in Europa zoveel doet aan duurzame energie als Nederland. Dat is niet waar. Het aandeel duurzame energie is in Nederland met 1,8% op België na het laagste van heel Europa. Koplopers zijn Oostenrijk met 70%, Zweden met 45% en Finland met 30%.
In de discussie over meer elektriciteitscentrales spreekt Brinkhorst zich onomwonden uit voor nieuwe kolencentrales. Als Nederland ambitieus inzet op energiebesparing en duurzame energie, is een extra centrale echter helemaal niet nodig. En als je persé een nieuwe centrale wilt bouwen, is een kolencentrale vanuit klimaatbeleid verreweg de slechtste optie. Een kolencentrale van 1000 MW stoot gedurende zijn levensduur van minimaal dertig jaar meer dan 200 miljard kilo CO2 uit. Daarmee gaat de Nederlandse CO2-uitstoot in een keer vier procent omhoog, terwijl we volgens het klimaatbeleid in 2010 een reductie van zes procent moeten zien te halen.
De VROM- en Algemene Energieraad stelden in hun recente advies over de energievoorziening dat energiebesparing de meest veelbelovende en kosteneffectieve optie is voor klimaatbeleid. Zij pleitten voor twee procent energiebesparing per jaar. Minister Brinkhorst concludeerde in al zijn wijsheid zonder enige onderbouwing dat energiebesparing te duur is (brief aan de Tweede Kamer van 7 maart). Daarmee schuift hij ook een belangrijke maatregel terzijde voor het verminderen van onze afhankelijkheid van olie- en gasimport én voor innovatie van de Europese economie.
En het was de D66-er Brinkhorst die over de sluiting van de kerncentrale Borssele meldde dat ‘in Europees perspectief’ kernenergie een onmisbare optie is en dat hij de sluiting verder overliet aan staatssecretaris Van Geel. Weer liet hij een mogelijkheid liggen om duidelijk te maken dat het hem ernst is met een duurzame energiehuishouding. Sluiting van Borssele is nota bene een van de zeer weinige milieupunten die D66 in het regeerakkoord wist te krijgen.
Kortom, minister Brinkhorst kiest voor de ouderwetse energievoorziening met kernenergie en kolen, maakt zich niet zichtbaar zorgen over klimaatverandering en ontneemt Nederland de economische kansen van de nieuwe energietechnologieën. Hij doet ambitie af als luchtfietserij en neemt het liefst geen enkel risico bij het vernieuwen van onze energievoorziening. “De missie van het ministerie van Economische Zaken is het bevorderen van duurzame economische groei”, zo sprak Brinkhorst tijdens een bedrijvendag op 20 april. Milieu is voor hem blijkbaar een handig marketing- en PR-instrument.
Mirjam de Rijk
algemeen directeur Stichting Natuur en Milieu
Bron:
Natuur en Milieu