De kont van de rotgans zegt veel over het voedselaanbod in het Waddengebied. Is-ie dik en rond, dan is dat een goed teken. De Waddenzee staat al jaren onder druk als foerageergebied. Het meerjarenproject Metawad gaat het in kaart brengen.
Metawad
Nergens op de wereld ligt zo’n groot gebied met aaneengesloten wadplaten als de internationale Waddenzee. Naar schatting maken er 10-12 miljoen vogels gebruik van het wad. Een substantieel deel hiervan zijn trekvogels die op heen- en terugreis tussen (sub)tropische waddengebieden en de toendra het waddengebied gebruiken. Vanuit hun perspectief is de Waddenzee geen op zichzelf staand ecosysteem is, maar onderdeel van een wereldwijd netwerk van ecosystemen, een zogenaamd meta-ecosysteem.
Karakteristieke trekvogels
De laatste tientallen jaren is dit ecosysteem onder grote druk komen te staan door vervuiling, inpoldering en overbevissing. In het door het Waddenfonds in ondersteunde Metawad project, wordt geprobeerd deze natuurbeschermingsdoelen te onderbouwen met de resultaten van diepgaand lange-termijn onderzoek aan verspreiding, geboorte en dood van vijf karakteristieke trekvogels van het wad. Daarbij staat de kanoet voor een gespecialiseerde schelpdiereter, de rosse grutto voor een wormeneter, de drieteenstrandloper voor een garnaaltjes-eter van zandig wad en strand, de lepelaar voor een garnalen- en platvisjes-eter van slenken en geulen, en de rotgans voor een grazer op wad en kwelder.
Lange adem
Op grond van vergelijkingen van hun wel en wee zijn er aanbevelingen uitgerold voor beheersmaatregelen die de ecologische waarden van Werelderfgoed Waddenzee zullen versterken. Binnen het project werken instituten en onderzoekers samen die zich al lange tijd (voorafgaand aan de financiering door het Waddenfonds) met de ecologie en populatiedynamica van de vijf trekkende wadvogels bezig hielden.