De eerste vlinders
• 18-02-2015
• leestijd 2 minuten
Op de eerste zonnige dagen ontwaken de vlinders uit hun winterslaap en komen ze tevoorschijn. Door te zonnen warmen ze op en de gewenste temperatuur van 30 graden is snel bereikt. Voor ze heel actief worden moeten ze eerst op zoek naar brandstof. Mannetjes en vrouwtjes vlinders moeten elkaar vinden. Er moet gepaard worden en de vrouwtjes moeten na die paring hun eitjes afzetten op de juiste planten. Hiervoor moeten nogal wat afstanden worden overbrugd en vliegen kost energie.Vrouwtjes kunnen wel wat extra brandstof gebruiken om de eitjes in hun lichaam te ontwikkelen.
Vlinders hebben geen kaken en kunnen geen vast voedsel opnemen. Door de lange roltong, die in rust onder hun kop zit opgerold als een horlogeveer, kunnen ze vloeibaar voedsel , in de vorm van nectar, opzuigen uit bloeiende planten. De eerste vlinders die we nu te zien krijgen hebben als vlinder overwinterd en dat heeft ze enorm veel energie gekost. Zodra ze dan ook actief worden is het eerste waarnaar ze op zoek zijn bloeiende planten om nectar te verzamelen. In het vroege voorjaar is dat uiterst schaars, maar hier kun je in je tuin wat aan doen.
Er zijn heel wat plantensoorten die al in februari en maart volop bloeien en nectar leveren. Dat gaat deels om inheemse, hier thuishorende planten zoals speenkruid, hondsdraf en paarse dovenetel. Maar er zijn ook veel geschikte (uitheemse) tuinplanten. In veel tuinen zien we winterheide bloeien. Dit is geen inheemse soort (onze heide bloeit pas in juli), maar in tuinen is het wel een prima nectarplant. Ook sneeuwbal (Viburnum) geeft voedsel en wordt gebruikt door de vlinders. En vroege bollen, zoals krokus, blauwe druifjes en Scilla (sterhyacint) kunnen door vlinders worden gebruikt. Hierin zit niet heel veel nectar en als ze alternatieven hebben zul je ze er niet veel op aantreffen. Maagdenpalm, die veel als bodembedekker wordt gebruikt bloeit zeer langdurig en wordt is op dit moment favoriet.
Als je zorgt voor kleur en nectar in de tuin, dan kun je in het eigen tuin de meeste vroege vlinders zien vliegen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting