Visarenden, bruine kiekendieven, zeearenden, maar ook het porseleinhoen, de snor, de blauwborst en de rietzanger. De Biesbosch is een van de belangrijkste broedgebieden van Nederland voor moerasvogels. Verder kennen we het gebied natuurlijk van de succesvolste herintroductie ooit, die van de bever. En herinneren de wilgenbossen aan een rijk verleden, waarin de Biesbosch eeuwenlang een uniek zoetwatergetijdegebied was. Ontstaan na misschien wel de grootste watersnoodramp die ons land ooit gekend heeft, de Sint-Elisabethsvloed in 1421.
De Sint-Elisabethsvloed
Een ziedende noordwesterstorm beukte in 1421 op de door veen en zoutwinning sterk verzwakte dijken. Naar schatting 16 dorpen en 2000 mensen verdwenen die nacht in de woeste binnenzee die ontstond nadat de dijken het begaven. Zonder dit dramatische gebeuren (beter bekend als de St. Elisabethsvloed) was er waarschijnlijk nooit een Biesbosch ontstaan zoals wij die nu kennen. Tot ver in de negentiende eeuw heeft men met wisselend succes gevochten tegen het steeds terugkerende water.
Biesbosch in stukken
Toen in 1861 de eerste stoombaggermolen in de Biesbosch verscheen, kon er voor het eerst serieus een begin worden gemaakt met het verbeteren van de waterhuishouding in het gebied. Technische doorbraken en de daarmee gepaard gaande ontwikkeling van mechanische werktuigen zou, in de hierop volgende jaren, van grote invloed zijn op het uiterlijk van de Biesbosch. In 1874 had men met vijf stoombaggermolens een kanaal dwars door de Biesbosch gegraven die rivier- en ijswater afdoende zou kunnen afvoeren. De Nieuwe Merwede was een feit en had de Biesbosch opgedeeld in twee stukken, een Brabants en een Dordts gedeelte.
Activiteiten in de Biesbosch
Een wirwar van kreken, grienden, rietvelden en bossen maakte de Biesbosch een belangrijke schuilplaats voor onderduikers in de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers waren bang het gebied te betreden en de acties die ze uitvoerden hadden dan ook weinig effect. Toen de Biesbosch op het eind van de oorlog tussen de linies van de Duitsers en de geallieerden kwam te liggen, werden er door dappere mensen vele 'crossings' dwars door het gebied uitgevoerd waarbij vaak belangrijke personen en informatie de geallieerden bereikten.
Tot aan de jaren zestig heeft in het gebied aanzienlijke bedrijvigheid plaatsgevonden. (Zalm) visserij, griend- en rietcultuur, eendenkooien en het verwerken van biezen behoorde tot de vele ambachten in en om de Biesbosch. Om uiteenlopende redenen worden de meeste van deze ambachten nu niet meer uitgeoefend. Wel worden er nog enkele in stand gehouden om de kennis voor het nageslacht niet verloren te laten gaan.
Gifgolf in de Biesbosch
Tussen de jaren vijftig en tachtig bereikte een ware gifgolf de Biesbosch. Als gevolg van de toegenomen welvaart ontstond er een consumptiemaatschappij die tezamen met technologische verbeteringen een grote vraag naar nieuwe producten moest bevredigen. Met het bewust afvoeren van restproducten nam men het in die tijd niet zo nauw. Het gebied heeft in die jaren gefungeerd als een bezinkbak van chemicaliën die in grote hoeveelheden de Rijn (toentertijd ook wel de smeerpijp van Europa genoemd) afkwamen. Vele miljoenen tonnen verontreinigd slip liggen hierdoor 'opgeslagen' in de bodem van de Biesbosch. Ook de sterk toegenomen recreatie en de aanleg van drie spaarbekkens voor drinkwateropslag had merkbare invloed op de natuurhuishouding van het gebied.
Bijkomen van de Deltawerken
De nekslag voor de Biesbosch als getijdengebied met een uitzonderlijk rijk dieren- en plantenleven kwam toen de afronding van de deltawerken in 1970 werd gerealiseerd. De afsluiting van het Volkerrak met sluizen zette de getijdenwerking in het gebied in een klap stil. Van het niveauverschil van gemiddeld twee meter was nog maar een schamele 20/30 centimeter over. Eigenlijk is de Biesbosch nog steeds aan het 'bijkomen' van de gevolgen van deze ingrijpende verandering.
Biesbosch wordt een nationaal park
Vanaf de jaren negentig is er, onder andere door het werk van vele belangenorganisaties, een verandering ontstaan in het denken over en beleving van ons leefmilieu. Dit had ondermeer tot gevolg dat natuurbehoud hoog op de politieke agenda verscheen. De vele besluiten die hier uit volgden, hebben een positief effect gehad op de Biesbosch en dit resulteerde uiteindelijk in 1997 tot het uitroepen van de Biesbosch als nationaal park. Samen met verschillende organisaties en een grote groep vrijwilligers wordt er in de gehele Biesbosch gewerkt aan bescherming en daar waar mogelijk aan verbetering of herstel van dit nog altijd unieke en rijke deltagebied.
Haringvlietsluizen op een kier
De Biesbosch staat nu aan de rand van alweer een nieuwe periode, met de Haringvlietsluizen die in 2018 voor het eerst op een kier gaan. En waarmee het getij terugkomt en de natuur weer dynamisch moet gaan worden. In 1999 maakte Nederland afspraken met de zogeheten Rijnoeverlanden in ‘het Rijnverdrag’ over de bescherming van de Rijn. Hierin beloofden de Rijnoeverlanden samen te werken op kwaliteitsverbetering van de internationale rivieren en herstel van de verbinding tussen de rivier en de zee. Een eerste voorwaarde voor dit verdrag was dan ook het openen van de Haringvlietsluiten ‘de voordeur’ van het Rijn-Maassysteem.
De Haringvlietsluizen gaan vanaf 2018 op een kier wanneer de waterstand op het Haringvliet lager is dan op zee. Dat is belangrijk voor de internationale vismigratie. Door de sluizen gedeeltelijk open te zetten, kunnen trekvissen zoals zalm en zeeforel de sluizen passeren richting hun paaigebieden, die stroomopwaarts liggen. Het openzetten van de sluizen zorgt er ook voor dat zout water binnen kan stromen, waardoor het westelijk deel van het Haringvliet gaat verzilten. Er is afgesproken dat het zoute water via de Haringvliet niet verder mag komen dan de denkbeeldige lijn van Middelharnis naar de monding van het Spui. Dit is nodig om het Haringvliet gedeeltelijk zoet te houden, voor bijvoorbeeld landbouw en het innemen van drinkwater.
In een speciale uitzending van Vroege Vogels maken we kennis met de unieke bewoners van de Biesbosch. Zoals boswachter Thomas van der Es, ooit de jongste boswachter van Nederland. En natuurlijk de echte hoofdpersonen als de visarend, de zeearend, maar ook bevers, meervleermuizen, de rivierrombout, het getijdeslakje en de meest kenmerkende boom van het gebied, die symbool staat voor hoe de Biesbosch er ooit uitzag, de wilg.