Kees Moeliker
© André ten Brinke
In mijn woonplaats Rotterdam is het eendjesvoeren weer in het nieuws. Eind maart 2022 kondigde de gemeente een verbod op het voeren van stadsdieren aan dat op 1 juli ingaat. Het persbericht meldt ‘Deze maatregel moet voorkomen dat stadsvogels ziek worden en dat plaagdieren, zoals ratten, van het voedsel op straat profiteren’. Dat laatste is waar het feitelijk om gaat: een afvalprobleem. Pannen vol rijst leeg kieperen. Hele broden in de sloot mikken. Je reinste milieuvervuiling – slecht voor de waterkwaliteit en het trekt ratten naar plaatsen waar we ze liever niet zien. Dat moet aangepakt worden, maar eendjesvoeren verbieden?
Het argument dat stadsvogels ziek worden en (eerder) sterven door het eten van (zout) brood is gebaseerd op een hardnekkig gerucht dat elke wetenschappelijke grond mist. Eenden die hun hele leven witbrood uit de sloot opslobberen, missen natuurlijk de nodige voedingsstoffen, maar geloof me – ze vinden altijd wel wat slakjes, zaadjes, waterinsecten, kroos en ander health-food waarmee ze de broodpap aanvullen. De huidige dramatische afname van de aantallen wilde eenden heeft te maken met sterfte in de kuikenfase, en niet met (het eten) van brood.
Het voorgenomen voerverbod gaat helaas volkomen voorbij aan de educatieve en sociale aspecten van eendjesvoeren. Niets is leuker en laagdrempeliger dan met kinderen eendjes voeren en ze op die manier al op jonge leeftijd in direct contact te brengen met de (stads)natuur. Dat voeren moet natuurlijk wel verantwoord gebeuren. Daarom adviseer ik dit stappenplan:
(1) Kijk wat er is overgebleven op de broodplank.
(2) Snijd hompen, sneetjes, korsten en kapjes in kleine stukjes van gelijk formaat, hooguit anderhalf bij anderhalf bij anderhalve centimeter.
(3) Neem niet meer broodstukjes mee dan twee handen vol.
(4) Concentreer het eendjesvoeren in het winterhalfjaar; voer vaker en meer als het vriest.
(5) Ga bij voorkeur eendjesvoeren met jonge kinderen.
(6) Zoek een plek langs een sloot, plas, vaart of vijver.
(7) Begin altijd met de lokroep ‘poele-poele-poele, poele-poele-poele’.
(8) Maak eerst werpgebaren en gooi pas broodstukjes als er vogels op je afkomen.
(9) Voer inclusief en met oog voor diversiteit: maak geen onderscheid tussen inheemse of exotische soorten, bastaarden of raszuivere vogels, mannetjes of vrouwtjes, of vogels waarvan het geslacht onduidelijk is.
(10) Beschouw voor het gemak meerkoeten, nijlganzen, meeuwen, kauwtjes, mussen, spreeuwen en duiven ook als eenden (anders valt er bar weinig te voeren).
(11) Bekijk de vogels aandachtig: let op hun verenkleed en gedrag, benoem de verschillende soorten en vertel daarover aan je gezelschap of omstanders.
(12) Meld mij onmiddellijk een krakeend die brood eet; daar ben ik zeer in geïnteresseerd.
(13) Stop met voeren zodra de vogels de aandacht voor het brood verliezen (en niet meer eten).
Veel voerplezier, zolang het nog kan.
Foto voerverbod
© Kees Moeliker
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.