Paard, achter de wagen. Van mijn vader heb ik veel geleerd als het gaat over de natuur, lieve vroege luisteraar. Wat ik in de komende minuten ga beweren mag u dus grotendeels op zijn conto schrijven. De kans dat hij protesteert is vrij klein, omdat mijn vader bijna vier jaar geleden overleed. Waarbij opgemerkt dat ik juist in de natuur, omgeven door bos of met de Noordzeewind langs mijn magere lijfje, bovengemiddeld vaak aan hem denk.
Zo ook een paar dagen geleden toen ik nog netjes, voor het tijdstip van avondklok, maar wel in het diepe duister, een stukje hardliep door de polder waar ik in de buurt woon. In mijn hoofd zat een lang gesprek dat ik eerder die dag voerde met Esther Ouwehand, politiek leider van de Partij voor de Dieren. De reden voor ons gesprek dat we als interview lieten verspreiden via sites, en facebooks, en 5G, en waar nodig de wifi van nabijgelegen Chinees restaurant Huawei, het verschijnen van haar boek: ‘Dieren kunnen de pest krijgen, en dan’.
Het zou kunnen dat u – geïnteresseerd als u bent in de natuur, biodiversiteit en dieren in de ruimste zin – het boek gaat lezen. Dus ik zal niet te veel weggeven. Maar wel dit. Zelfs als je een beetje volgt hoe het toegaat in de wereld van agrarische activiteit, en de gevolgen daarvan voor onze leefomgeving, onze gezondheid en andere factoren die ons leven, ons overleven en ons geluk ook bepalen, zelfs dan schrik je erg van wat Ouwehand verteld.
Door onze omgang met dieren op wat ooit de boerderij heette, maar nu bijna altijd een megastal, een industrieel agrarisch complex, of een hogesnelheidsslachthuis is geworden, vergoten wij op bijna elke manier de kans op zoönosen. Op voor de mens levensgevaarlijke virussen, die van dier op mens overspringen. Spaanse griep, Q-koorts, corona, vogelgriep. En daarmee kom ik op mijn vader. Hij gebruikte geregeld uitdrukkingen, vaak meegenomen uit zijn jeugd in de jaren ’50 in de agrarische omgeving waar hij woonde. Als wij, zeg een paar van mijn vele broers en mijn moeder zeker ook, iets aan het oplossen waren, waarvan hij al lang had gezien dat dat niet ging werken, aangevuld met de gedachte dat er maar een persoon in de ruimte aanwezig was die wel wist hoe het moest, waarom dat zo was, en waar die oplossing toe ging leiden, zei hij: ‘Laten we het paard niet achter de wagen spannen’.
En iedereen die een paard heeft en een wagen ook, en dan wel zo’n wagen die een paard nodig heeft om vooruit te komen, 1 pk dus, weet dat een paard achter de wagen heel weinig op gaat leveren, behalve langdurige stilstand en de schater uit die grote gapende paardenbek recht in je gehoorgang. Het paard achter de wagen spannen betekent los van maar weer een jeugdtrauma mijnerzijds dat je iets doet of bedenkt dat niks op gaat leveren. En wat ook nog eens aan de late kant is. Was je sneller geweest had je het paard aan de goede kant van de wagen kunnen zetten en was je nu al terug geweest van de slijterij met een wagen vol alcoholische versnaperingen. En een maltbiertje voor Dolf.
Door het boek van Ouwehand en ook door verder goed op te letten ben ik ervan overtuigd geraakt dat veel van ons huidige coronabeleid, de grote hamer om het virus te verslaan, de vrijheid beperkende maatregelen, de gesloten theaters en boekwinkels geen oplossing gaan brengen. En ons zeker niet gaan beschermen tegen wat er verder aan zoönosen dreigt.
Als je zegt het virus te bestrijden, maar niks doen aan oorzaken van verspreiding, honderden miljoenen dieren op elkaar gestapeld in een dicht bevolkt land, luchtkwaliteit, overgewicht, ongezondheid, afnemende biodiversiteit, span je het paard heel erg achter de wagen.Als je uitbraken van dierziektes bestrijdt door bedrijven te ruimen – eufemisme voor miljoenen levende wezens vergassen - span je het paard heel erg achter de wagen.
We zullen de onwaarschijnlijke omvang van veestapel en agrarische sector in het land moeten verkleinen. We moeten stoppen met internationaal beleid dat boskap op grote schaal veroorzaakt om plek te creëren voor sojateelt, voor veevoer. We zullen de biodiversiteit echt moeten gaan beschermen. We zullen naar een meer plantaardig dieet moeten. Simpel gezegd, als wat we nu met Covid meemaken wordt gevolgd door een vogelgriepvariant, gaan we heel erg terugverlangen naar avondklok, thuiswerken en zelfs Hugo de Jonge. En ligt het paard op zijn rug, met zijn benen omhoog terwijl onze wagen in een ravijn stort. Laten we doen wat we kunnen om dat te vermijden.