Claudia de Breij: Ik deug niet!
• 19-02-2010
• leestijd 2 minuten
Ach, vrienden van al wat groeit en bloeit en kwinkeleert, wat heerlijk om het woord eens tot u te mogen richten. Goedemorgen.
Mijn naam is Claudia de Breij en ik deug niet. Voor geen meter. ‘Je deug ’t haar van de hond niet’, zou wijlen mijn lieve Utrechtse omaatje zeggen.
Waarom ik niet deug?
Vooruit dan maar. Ik geef het toe. Ik ga met de billen bloot voor milieubewust Nederland, en in één moeite door leg ik mijn nek op het hakblok van de klimaatsceptici.
Ik deug niet.
Wat ik doe is niet zozeer links lullen en rechts vullen –iets dat menig cabaretier danwel Vara-medewerker al sinds mensenheugenis door vele wakkere Nederlanders wordt verweten, nee, wat ik doe is nog veel erger. Wat ik doe is ‘links poken, rechts stoken’, zoiets is het.
Ik heb weliswaar de mond vol van wat we allemaal zouden moeten doen voor het klimaat, hoe rigoreus we nu zouden moeten ingrijpen, hoe drastisch onze maatregelen zouden moeten zijn, Kyoto, Milleniumdoelen, Obama, kom op, Yes we can!
En maar oppoken die boel, en maar roepen, en maar meninkjes ventileren.
Ondertussen woon ik in een huis dat veel te ruim is voor twee volwassenen en een peuter –maar ik geniet er zo van.
Ondertussen stook ik dat huis de hele winter al naar een comfortabele 21 graden, wat misschien niet zou hoeven als ik in plaats van één, twee warme truien en een thermisch behaatje zou aantrekken –maar ik geniet er zo van.
Ondertussen hebben we twee auto’s, één veilige familiewagen en een kek scheurijzertje, wat heus niet per se nodig is –maar ik geniet er zo van.
Ik heb nog steeds geen spaarlampen, ik gooi stiekem wel eens iets GFT’erigs bij het gewone vuilnis en ik heb nog nooit een fijne biokatoenen luier omgewassen maar laat dat kind van mij de wereld pampersgewijs naar z’n grootje poepen.
Mea culpa, vroege vogelvrienden. Ik schaam mij.
Dit is niet wie ik wil zijn. Dit is wie ik ben. Een gemakzuchtige rommelaar vol goede bedoelingen. Een halfbakken inconsequente prutvegetariër, dat ben ik. Ik eet geen vlees, maar wel vis.
En als ik in de krant lees over onze klimaatcrisis, en dat we over een paar decennia ofwel voor 85 danwel voor 50% onder water staan, dan stap ik in mijn auto en denk ‘Nou. Ik hoop maar dat iemand er iets aan doet.’
Laat ik maar weer heel groen stemmen dit jaar. Dan kan iemand er iets aan doen. En dan doe ik wel mee.