Vijftig boerenzwaluwen werden in 2011 voorzien van een lichtgevoelige chip op hun rug. Met deze geolocator was het mogelijk om de trekroute en overwinteringsplaatsen van deze vogels vast te leggen. Deze zomer werd een aantal geolocator zwaluwen teruggevangen. De verrassende resultaten zijn te lezen in het tijdschrift Vogels van Vogelbescherming Nederland dat vandaag verschijnt.
Oude bekende
De boerenzwaluw is één van onze bekendste trekvogels. Hij staat op de Rode Lijst, omdat hij in aantal hard achteruit is gegaan. Sinds de jaren zestig met zo’n 50 tot 75%. Om de boerenzwaluw beter te kunnen beschermen is het daarom belangrijk dat we niet alleen actie ondernemen in Nederland, maar ook langs de trekroute en in de overwinteringsgebieden. We weten dat ze overwinteren ten zuiden van de Sahara, maar waar precies is onbekend. Ringonderzoek heeft dat tot nu toe slechts globaal duidelijk kunnen maken. Van de half miljoen geringde Nederlandse boerenzwaluwen in 100 jaar tijd, zijn slechts 77 geringde vogels ten zuiden van de Sahara terug gemeld. Te weinig om de boerenzwaluw op trek goed te kunnen beschermen.
Ringers
Daarom heeft Vogelbescherming met hulp van vrijwillige ringers van het Vogeltrekstation in 2011 tijdens het ‘Jaar van de Boerenzwaluw’ 50 boerenzwaluwen voorzien van een geolocator, een vederlichte elektronische chip. Deze registreert elke dag de lichtintensiteit. Daarmee kan de locatie van de vogel globaal worden bepaald. Omdat boerenzwaluwen meestal naar dezelfde broedstal terugkeren, konden 10 vogels dit jaar worden terug gevangen, waarvan 8 met een intacte chip op de rug. Raymond Klaassen van het Vogeltrekstation - gerenommeerd expert op het gebied van geolocatoronderzoek - analyseerde vervolgens de gegevens op de chip.
Uitzwermen over heel Afrika
Vijf van de zwaluwen zijn naar Gabon, Nigeria en Kameroen gevlogen. De andere drie trokken naar Congo, Angola en Botswana. Tot nu toe werd ervan uitgegaan dat alle Nederlandse boerenzwaluwen in hetzelfde gebied van Afrika overwinterden, maar nu blijkt dat ze zich verspreiden over een enorm gebied en diep tot in het zuiden van Afrika kunnen doortrekken.
De verhalen van de boerenzwaluwen, beschreven in het tijdschrift Vogels, lezen als een jongensboek. Over de heenreis van 7400 kilometer doen de zwaluwen gemiddeld 29 dagen. De terugreis via West Afrika is 8500 kilometer en neemt gemiddeld 32 dagen in beslag. Maar het aantal werkelijke trekdagen is 21. Dat betekent dat geolocatorzwaluwen maar liefst 420 kilometer per dag aflegden.
Helletocht door de Sahara
Geolocatorzwaluw 903 uit Culemborg beleeft op de terugweg naar Nederland een hels avontuur. Tijdens zijn terugtocht over de Sahara, neemt 903 de cruciale beslissing om honderden kilometers terug te vliegen, waarschijnlijk onder invloed van zware zandstormen. De vogel sterkt aan in Ivoorkust en probeert het daarna opnieuw. Uiteindelijk overleeft 903 de beproeving en arriveert hij 26 mei in Culemborg. Met dus bijna een maand vertraging! Maar liefst vier van de acht geolocator boerenzwaluwen blijken achteraf dezelfde beslissing boven de Sahara te hebben genomen, zodat ze de tocht konden overleven. Het is de eerste keer dat dit fenomeen bij zangvogels is vastgesteld.
Afgelopen zomer zijn nog eens 50 boerenzwaluwen gechipt om nog meer van deze spectaculaire reizen te kunnen vastleggen. Met de informatie van het geolocatoronderzoek kan Vogelbescherming samen met de Afrikaanse Birdlifepartners werken aan de bescherming van de overwinterings- en pleisterplaatsen. Die zijn niet alleen van belang voor boerenzwaluwen, maar ook voor andere insectenetende trekvogels.