China exporteert biologische en chemische risico's
• 17-09-2007
• leestijd 3 minuten
China exporteert goederen met teveel gifstoffen, maar ook schadelijke kevers, muggen en virussen. Die problemen gaan de komende jaren toenemen, betoogt Wouter van der Weijden, directeur van het Centrum voor Lanbouw en Milieu, in NRC Next.
De veiligheid van producten uit China ligt onder vuur. De laatste maanden zijn er tal van affaires geweest, onder meer met melamine in diervoer, lood in speelgoed en insecticiden in matrassen. Importeurs en inspecteurs in de VS en de EU gaan scherper op gifstoffen letten en het ligt in de rede dat exporteurs in China het gebruik ervan gaan verminderen.
In het geval van melamine en lood valt dat alleen maar toe te juichen. Maar in het geval van insecticiden is het oppassen geblazen. Insecticiden worden namelijk gebruikt voor een belangrijk doel: containers ontdoen van insecten die schade kunnen aanrichten in importerende landen. Zeer gevreesd zijn bijvoorbeeld bepaalde soorten kevers in houten pallets. Zulke organismen kunnen veel meer schade aanrichten dan de gebruikte gifstoffen. Een gifstof wordt immers vroeg of laat afgebroken en dan verdwijnt de schade vanzelf. Maar een exotisch dier, plant of micro-organisme kan zich vermenigvuldigen en verspreiden. Dan kan de schade juist toenemen en zelfs eeuwen doorgaan, want heeft een soort zich eenmaal gevestigd en verspreid, dan is hij vaak moeilijk meer weg te krijgen.
Als Chinese exporteurs onder Europese en Amerikaanse druk minder gifstoffen gaan gebruiken ontstaat een fors biologisch risico. Er is tenminste één insect waarmee ze nu al teveel risico nemen: de Aziatische tijgermug. Dat is een venijnige steekmug die ook virussen kan overbrengen. De mug is al uit Japan in Italië ingevoerd en heeft zich daar ontwikkeld tot een plaag. Vermoedelijk is de mug meegekomen met scheepladingen autobanden. Het laagje water in de banden is voor de mug een prima biotoop om eieren in de leggen. Afgelopen zomer heeft de mug in en rond Ravenna gezorgd voor de eerste Europese epidemie van de virusziekte "chikungunya". Ook Nederland loopt risico's, want China exporteert wekelijks containers met "lucky bamboo" planten naar ons land. Ook daarin kan de tijgermug meekomen. Sinds 2005 wordt de mug ook in Nederlandse kassen aangetroffen en plaatselijk zelfs daarbuiten. De vrees bestaat dat zij ook het knokkelkoorts-virus uit China gaat meebrengen. Eigenlijk zouden exporteurs van lucky bamboo dus niet minder maar méér insecticiden moeten gebruiken, al was het maar om gebruik van nog meer insecticiden na een invasie te voorkomen.
Waarom is juist import uit China een biorisico? Dat komt door drie factoren:
- Oost Azië heeft een gematigd klimaat. Daardoor kunnen veel soorten die daar gedijen ook floreren in Europa en Noord-Amerika en vice versa. Handel tussen deze regio's gaat dus gepaard met biorisico's.
- Oost Azië heeft een grotere biodiversiteit dan Europa, onder meer doordat er tijdens de ijstijden veel minder soorten planten, dieren en micro-organismen zijn uitgestorven. Daardoor tellen China en Japan ook meer schadelijke soorten.
- China is hard op weg de grootste exporteur ter wereld te worden. Daarmee stijgt de kans op export van schadelijke soorten.
Het ziet er dus naar uit dat de import uit China ons steeds vaker voor de keuze gaat stellen tussen een biologisch en een chemisch kwaad. Dat is geen prettig vooruitzicht. Maar er zijn alternatieven. Zolang exporteurs gassen met insecticiden, kunnen ze problemen voorkomen door effectief te ontgassen. Ook kunnen ze gassen met het minder giftige kooldioxide. Houten pallets kunnen ze verhitten (zoals in Nederland al gangbaar is), impregneren met een insectenwerend middel of desnoods vervangen door kunststof pallets. En water in plantenbakken kunnen ze vervangen door gel met een larvendodend middel. Zulke maatregelen kosten geld en daarom zullen Chinese exporteurs ze pas nemen als de EU en de VS hen daartoe pressen via hun importbeleid. Dat moet dan maar. Vrijhandel is nu eenmaal een fors biorisico voor het importerende land. Veilige handel daarentegen is een wenkend perspectief voor zowel China als de VS en Europa.