China: Centrum van de Wereld (boek)
• 09-05-2007
• leestijd 2 minuten
In de Westerse media wordt China afgeschilderd als de nieuwe supermacht van de eenentwintigste eeuw: een economisch wereldwonder, en een onmetelijk groot en machtig land waar steeds meer mensen zich een levensstijl kunnen veroorloven die nauwelijks meer verschilt van de onze. In China zelf wordt dat beeld in eerste instantie bevestigd. Je ziet er jongeren die hun haar hebben geblondeerd en die volgens de laatste mode gekleed gaan. Chinese ambtenaren dragen het liefst westerse maatpakken en spreken vol overgave over investeringen, groeicijfers en winst. Dat maakt het verleidelijk om te geloven dat Chinezen ook steeds meer gaan denken zoals wij, dat ze langzaam naar ons toegroeien en zich uiteindelijk door dezelfde ‘universele’ principes zullen laten leiden als wij in het Westen. Maar is dat wel zo?
Zouden Chinezen, in een wereldmacht die steeds zelfverzekerder wordt, niet juist een eigen, ‘typisch Chinees’ stelsel van opvattingen ontwikkelen? En hoe zien die opvattingen er dan uit?
Garrie van Pinxteren verkende China jarenlang van binnenuit. Zij onderzocht en ondervond wat de Chinese overheid voor normen aanlegt, hoe Chinezen van uiteenlopende klassen hun leven inrichten, wat ze motiveert en hoe ze de wereld om zich heen ervaren. Chinezen willen graag alles van het Westen leren, maar nemen niets klakkeloos over.