Chantal van Dam: Zonnig artikel
• 05-10-2007
• leestijd 2 minuten
Eigenlijk wou ik het over een ijsvogeltje hebben. Maar ik moest naar de tandarts en las in de wachtkamer een artikel over klimaatverandering. Het was een zonnig artikel. Niet alleen zouden de gevolgen voor Nederland reuze meevallen, er zouden zich bovendien kansen voordoen. Ja, onze brede rivieren zouden in 2050 nog breder zijn en onze poldergemalen zouden voluit moeten draaien. Maar streden wij al niet eeuwen tegen het water? Nou dan! Onze knappe waterstaatingenieurs zouden dit varkentje ook wel weer wassen. En dan konden zij hun expertise elders gaan uitbaten. Denk aan Cathrina en New Orleans. Ondertussen konden onze boeren hun productie opvoeren en ontstond er een groeimarkt voor airco’s. De kansen lagen voor het grijpen! Toen begon de tandarts met een fijne naald in mijn pockets te prikken, hoe zinloos dat in het licht van 2050 ook was.
Eerder dit jaar hoorde ik een Groenlandse minister over klimaatverandering. Hij sprak bij de opening van het Internationale Pool Jaar, in aanwezigheid van de koningin. Dat zij er was verbaasde me een beetje. Ik ben geen doorgewinterde royalty watcher, maar met al dat dooiwater dat gemanaged moet worden had ik de kroonprins verwacht. Klimaatverandering was een feit, zei de minister. De gletsjers in Groenland smolten, het zeeijs en de ijskap trokken zich terug. Dit zou de Groenlandse economie in het hart raken en de doodklap betekenen voor de traditionele levenswijze van de Inuit. Maar er waren ook kansen. Andere vormen van visserij, nieuwe scheepvaartroutes, industriele ontwikkeling. Kansen te over, die zijn landgenoten moesten grijpen.
Toen zette het Noord Nederlands orkest de Antarctische Symfonie van Maxwell Davies in. Weldra lieten de strijkers een snijdende poolwind door de zaal gieren. Het ijs zong als bij een Hollandse schaatstocht en ik hoorde het smeltwater tinkelen. Maar baf, daar lieten de paukenisten de eerste ijsberg in zee storten en begon het ijs te kraken en te scheuren. Ik hoorde het natuurgeweld razen, de zeehonden brullen, de pinguïns die zich paniekerig uit de voeten maakten.
Baf. Afgelopen zomer plantten de Russen hun vlag op de zeebodem van de Noordpool.
De andere landen in het poolgebied haastten zich om hún claims nog eens uit te bazuinen. Want de Noordpool is rijk aan olie en gas. Als de Noordelijke ijszee straks open blijft, wordt boren gemakkelijk en kan de exploitatie beginnen. Die kans móet je als land wel grijpen. Bij zoveel mooie kansen zou je haast vergeten dat ze voortkomen uit een probleem. En dat het probleem een stuk kleiner zou zijn als mensen eens wat minder kansen wilden grijpen.
Maar ik wou het over een ijsvogeltje hebben. Het zat op een buis in een vijver, keek om zich heen, dook, ging weer zitten kijken, dook, druk bezig met de strijd om het bestaan. Met zijn soort gaat het goed, dankzij de zachte winters van de afgelopen jaren. Want de ijsvogel houdt niet van ijs. Voor hem is de klimaatverandering een zegen. Als ie zijn kansen weet te grijpen natuurlijk.
Chantal van Dam