Carlablog: jeugdherinnering
• 28-10-2014
• leestijd 2 minuten
Vandaag ga ik bosanemonen planten. Ze herinneren me aan een tijdje terug toen ik met mijn vader wandelde in het Limburgse Bunderbos. Daar stonden ze op de hellingen: grote tapijten witte bloemetjes op steeltjes met drie groene blaadjes. Door de nog kale bomen scheen de lentezon waar ze als zonnebadende sneeuwwitjes hun kopjes naar toe hadden gericht. Als je niet beter wist leek het op sneeuw die niet helemaal was weggesmolten. “Dat zijn nu bosanemoontjes” zei mijn vader.
Bosanemoon en salomonszegel staan hoog genoteerd in mijn groene herinneringen. De salomonszegels die ik drie jaar geleden in de tuin heb geplant hebben het hier op het zand niet lang volgehouden. Met de bosanemonen hoop ik meer geluk te hebben. Ze groeien immers op vochtige, humusrijke grond. Niet dat mijn tuingrond zo rijk is, maar door de omringende bomen en de vele toegevoegde kruiwagens met compost durf ik het experiment wel aan. Bosanemonen zijn ook op de buitenplaatsen te vinden, dus waarom niet in mijn tuinreservaat?
Wat we van de bosanemoon zien ziet er teer en kwetsbaar uit. Onder de grond, dicht aan de oppervlakte zorgen de vlezige wortelstokken voor stabiliteit. Als de bosanemoon na de lente in zomerslaap gaat slaan de wortelstokken de voedselvoorraad en energie op. Ik hoop dat het werkt. De wortelstokjes in het zakje zijn van de wilde inheemse bosanemoon (Anemone nemorosa) die Natuurmonumenten samen met Vivare in het zakje heeft gedaan. Ik sla hiermee veel meer dan drie vliegen in een klap. Ik steun de natuur, Natuurmonumenten en Vivara pikken een graantje mee en met een beetje geluk zorgen de nog piepkleine wortelstokjes straks voor een prachtig wit voorjaarstapijt waar de vroege insecten hun voordeel mee doen. Mijn vader kan tevreden zijn.