Carlablog: ieder voor zich
• 09-12-2014
• leestijd 2 minuten
We hebben in ons land minstens twaalf landelijke politieke partijen.
Dat is nogal wat voor zo’n klein land. Wat heeft dat met mijn tuin te maken? Meer dan je denkt. Ook groene organisaties zijn talrijk. Nederland telt meer dan 100 grote natuur- en milieuorganisaties en die moeten allemaal aan de bak om leden en donateurs en geld binnen de houden en te halen. Dat valt niet mee in deze barre tijden.
Neem de dertien partners van Tuinreservaten: Vogelbescherming, Vlinderstichting, Ravon, Zoogdierverenging, Bijenvereniging, EIS, Groei & Bloei, IVN, Wilde Weelde, Oase en Vivara. Ze streven allemaal hetzelfde na: een groene, veilige omgeving waar dieren en mensen zich thuis voelen. Tuinen waar geen gif wordt gebruikt, met zo weinig mogelijk bestrating, veel inheemse beplanting etc. etc. Bijna alle partners moeten het hoofd boven water zien te houden met het binnenhalen van subsidies, het handhaven van de ledentallen of het werven van klanten.
Het is opvallend dat de partners van Tuinreservaten zoveel mogelijk proberen samen te werken. In de natuur kunnen de belangen per doelgroep verschillen. Een biotoop voor reptielen en amfibieën kan anders zijn dan een biotoop voor vlinders. Gaat het om een natuurlijke, afwisselende, gifvrije tuin van 60 vierkante meter dan passen alle organisaties er in. Samen staan we sterk, een tuin verbroedert.
Dat moet ook Greenpeace gedacht hebben toen gestart werd met de actie: 'Heb jij een zzzzzoemende zomertuin?' Een wedstrijd op Facebook voor het meest bij-vriendelijke plekje van Nederland. Greenpeace en tuinen, het is even wennen. Daarom denk ik, kom op, neem meteen de vogels en de vlinders, de kikkers en padden en alle kleine insecten mee. Maak er een grote landelijke wedstrijd van waar alle partners van Tuinreservaten aan meedoen en van mee profiteren. Dat zet zoden aan de dijk. Volgens mij moet dat gaan lukken.