Mijn mierenkennis laat nogal wat te wensen over. Ik weet dat ze behoorlijk kunnen steken als je denkt een lekker plekje gevonden te hebben onder een boom in het bos. Ook weet ik uit ervaring dat je nooit een mier in je keuken hebt maar een hele kolonie, maar wat ik vooral heb onthouden is dat mieren nijver en nuttig zijn, dat ze onmisbaar zijn in onze tuin, dat ze kunnen organiseren, informatie kunnen overbrengen, dat we in ons land ongeveer 55 soorten hebben en dat de mier in onze tuinen de zwarte wegmier is.
De leukste mierenverhalen leerde ik van Martin Zijlstra, de mierendeskundige die in het Noorderdierenpark in Emmen vol enthousiasme over deze diertjes kon vertellen.
De allereerste keer sprak ik met hem voor een reportage voor Vroege Vogels. Hij woonde nog bij zijn moeder op kamers en was in tranen toen ik arriveerde. Ma werd gek van de kolonies mieren in haar huis en had de stofzuigermethode gehanteerd.
Vandaag gegoogeld op 'mieren' om te kijken of Martin’s leuke verhalen nog terug te vinden zijn.
De zoekopdracht levert vooral veel dood en verderf. Mieren bestrijden, mieren verdelgen, mierenplaag, mierenoverlast, gezondheidsrisico’s etc. Nee, de mierenaaibaarheidsfactor laat nogal te wensen over. Ik heb makkelijk praten. Mijn mieren leven vooral in de tuin. Ze ruimen afval op en gaan met zaadjes en zoete knolletjes (mierenbroodjes) aan de wandel. Vooral Corydalis is geliefd en speenkruid is favoriet. Ze helpen sommige planten ook bij de bestuiving. Vrouwenmantel bijvoorbeeld is dol op mier. En ook orchideeën en tijm groeien beter als ze op een mierennest wortelen lees ik in ‘Geen tuin zonder dieren’ van Rosita Moenen.
Koester daarom de mieren in ju tuin, ga ze voorzichtig te lijf als ze je huis binnenwandelen.
Tips in overvloed
.
Lees ook:
mieren praten met een luchtje.