C1000 wint de kattenvoerprijs
• 06-06-2010
• leestijd 2 minuten
C1000 heeft de kattenvoerprijs van Wakker Dier ‘gewonnen’. Zij verkochten het vaakst vlees voor dumpprijzen, zelfs onder de gemiddelde prijs van kattenvoer van €4,12 per kilo. C1000 ‘wint’ 250 bijtende radiospotjes op landelijke radio waarin Wakker Dier het dierenleed achter het kiloknallervlees van C1000 aan de kaak stelt. Wakker Dier wil hiermee een einde maken aan het aanbieden van vlees voor dumpprijzen.
De dieren betalen hiervoor de prijs. De kritiek op de kiloknaller wordt breed gedeeld. Eerder was er al felle kritiek van boeren, slagers, slachterijen, politiek en dierenorganisaties op de kiloknaller. Wakker Dier zet in 2010 een fors offensief in tegen de kiloknaller: ”Een kilo vlees is een kilo dier , geen dumpartikel” Soortgelijke campagnes van Wakker Dier tegen onverdoofde biggencastratie, blank kalfsvlees en legbatterij-eieren hadden allen binnen een jaar succes.
Uitslag kattenvoerprijs
De afgelopen 12 weken werd door de 8 grootste supermarkten 132 keer vlees verkocht onder de gemiddelde prijs van kattenvoer, van €4,12 per kilo. C1000 was met 40 reclame-acties verantwoordelijk voor bijna éenderde van deze kiloknallers. C1000 stunt meer dan twee keer zoveel met vlees dan de gedeelde nummers twee, Plus en Jumbo (18). De kip is het grootste slachtoffer van de stunts: 67 van de 132 kiloknallers waren kip, 33 keer varkensvlees, 22 keer rundvlees en 10 keer gemengd vlees.
Kip de dupe van gestunt
De kip is het meest ‘verdingt’ en verworden tot halffabricaat van vlees. Wageningen Universiteit schreef hierover: ‘Het vleeskuiken is al een poosje geen echt kuiken meer… Dit juveniele spierbundeltje is weliswaar een technologisch hoogstandje, maar vanuit welzijnsoogpunt een ramp….Tegen zo’n explosieve groei in een tijdsbestek van zes weken zijn hun hart, longen en poten nauwelijks bestand. Sommige dieren groeien daarom letterlijk dood. Andere dieren worden zo zwaar dat hun eigen poten ze niet meer kunnen dragen. Ze zakken er doorheen en kunnen nauwelijks meer bewegen. Er is fundamenteel iets mis met de dieren.’