© Ulrike Mai via Pixabay
Buitenspeelplekken voor kinderen bevinden zich steeds vaker in de bebouwde omgeving en zien er vaak grijs uit, met weinig natuur of natuurlijke elementen. Maar juist voor buitenspeelplekken waar kinderen hun energie kwijt kunnen, kan natuur iets toevoegen. Dat zagen onderzoekers van de Radboud Universiteit in een studie waarbij ruim 1500 basisschoolleerlingen hun favoriete buitenspeelplek hebben getekend en geanalyseerd. Ze publiceerden hun conclusies afgelopen week in het tijdschrift Children’s Geographies.
Na het maken van de tekening, beantwoordden de kinderen enkele vragen over wat ze op hun favoriete plek doen, waarom het hun favoriete plek is en of ze daar ook zonder begeleiding van volwassenen komen. Tot slot analyseerden de kinderen hun eigen tekeningen: hadden ze natuurlijke natuur, mensgemaakte natuur of een mensgemaakt ding getekend?
Daarna bestudeerden de onderzoekers de tekeningen verder, om een beeld te krijgen van de rol van natuur in de buitenspeelplekken. Gemiddeld was het aandeel groene elementen op de tekening iets hoger dan het aandeel mensgemaakte dingen. Maar die groene elementen waren vooral ondergronden, zoals gras of zand.
Slechts een heel kleine groep kinderen tekende een stukje natuur, zoals een bos. Volgens de kinderen mochten die natuurrijke plekken doorgaans alleen met volwassenen bezocht worden. “Dat is jammer,” aldus onderzoeker Bernadette van Heel, “want we zien dat 90% van de kinderen juist een favoriete plek kozen waar ze zonder volwassenen heen mogen, waar ze ongestoord hun energie kwijt konden.” Daarom pleiten de onderzoekers voor natuurlijke plekken waar kinderen zelfstandig mogen spelen.
De stedelijkheid in de tekeningen ligt in lijn met andere onderzoeken, die laten zien dat kinderen steeds minder in de natuur zijn. “Dit komt niet alleen doordat kinderen drukker zijn en dus minder buitenspelen, maar ook doordat natuur of natuurlijke elementen voor veel kinderen te ver weg zijn”, volgens Van Heel. “Kinderen komen steeds meer op door mensen aangelegde aangeharkte plekken in stedelijk gebied.”
Alledaagse ervaringen met natuur zijn belangrijk, aldus de onderzoekers, zowel voor het welzijn en de vaardigheden van een kind, als voor het ontwikkelen van een band met de natuur. Die band blijkt op latere leeftijd ervoor te zorgen dat mensen zich inzetten voor het behoud van de natuur.
“Er is sprake van een ‘geheugenverlies’: wat in onze generatie normaal is qua natuur, gaan we als de standaard zien, terwijl eerdere generaties waarschijnlijk natuur gewend zijn met bijvoorbeeld een grotere biodiversiteit”, aldus van Heel. “Als we ons niet bewust zijn van dit fenomeen, worden onze standaarden voor wat natuur is steeds lager. Hetzelfde kan gebeuren met wat we de norm vinden voor buitenspeelplekken.”
Bron: Radboud Universiteit
Meer over:
buitenspelenMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.