Afgelopen weekend werd voor het eerst het nationale slootjesonderzoek gehouden. Duizenden kinderen en volwassenen deden mee. Ze telden op meer dan 120 plekken waterdiertjes en deden proefjes om de helderheid van het water te bepalen. Het meest getelde dier werd het bootsmannetje. Daarna de volkreeft en de poelslak.
Dit initiatief werd mede mogelijk gemaakt door IVN Natuureducatie en het NIOO. Froukje Rienks van het NIOO vertelt dat de waterkwaliteit gemiddeld een 6,3 scoorde. “Dat is net een voldoende. En dan is er nog vooral in mooie slootjes gemeten. Dit betekent dat er werk aan de winkel is om de waterkwaliteit in het hele land te verbeteren. Naast de top drie zijn er gelukkig ook de nodige bijzondere waterdiertjes gezien, zoals de kokerjuffer, libellenlarve en geelgerande watertor”, vertelt Rienks.
Nieuwe proefjes
Na deze vliegende start zijn er al plannen voor komende jaren. Het is de bedoeling dat het 'citizen science' onderzoek de komende jaren herhaald wordt. Op die manier kunnen het NIOO en IVN Natuureducatie trends volgen en de waterkwaliteit in kaart brengen. Ook willen ze uitbreiden met nieuwe proefjes zoals het meten van de temperatuur.
Sloten zijn belangrijk
Voor de biodiversiteit zijn sloten erg belangrijk. Er leven veel dieren in en rond de sloot. Voor bijvoorbeeld vogels is de sloot ook belangrijk omdat die van de waterinsecten leven. Daarnaast vormen sloten een belangrijk netwerk waardoor natuurgebieden aan elkaar verbonden zijn. Er was nog weinig bekend over de waterkwaliteit van alle sloten. Dit slootjesonderzoek helpt om er meer over te leren.