In Nederlandse tuinen zijn zaterdag 2895 soorten planten en dieren geteld. Dat heeft de organisatie achter de telling maandag gezegd. "We hadden gehoopt de 2000 soorten te halen, maar zoveel hadden we niet verwacht," aldus een woordvoerster.
Deelnemers aan de zogenoemde "Bioblitz" konden na een oproep via de website Nature Today zaterdag tussen 00.00 uur en 23.59 uur zoveel mogelijk soorten tellen en die, liefst met naam en toenaam, in kaart brengen. Ze noteerden alles wat ze zagen, van merels tot pissebedden. "Natuurlijk is de grootte van de tuin en ook de ligging bepalend voor het aantal dieren en planten dat je tegenkomt. Daarom bekijken we de resultaten per categorie, waarbij tuinen worden ingedeeld op basis van hun grootte."
Van vogels tot insecten
De koolmees en de merel werden vaak gemeld. De bruine kikker, de gewone oprolpissebed en het klein koolwitje (vlinder) zijn in meer dan de helft van de tuinen gezien. Maar er werden ook bijzondere soorten gemeld, zoals scheefbloemwitjes - een soort die op het koolwitje lijkt - en zelfs een overvliegende zeearend vanuit een tuin in Noord-Brabant. "In Apeldoorn had een deelnemer na bijna twaalf uur al 227 soorten geteld in zijn tuin", aldus de woordvoerster. In totaal 750 mensen met een tuin of balkon stuurden hun gegevens door tijdens de speciale Jaarrond Tuintelling BioBlitz. Zo'n Bioblitz is natuuronderzoek met als doel zoveel mogelijk soorten op een bepaalde plek in beeld te brengen.
Bioblitz
De Bioblitz is een initiatief van zeven natuurorganisaties. Aan de traditionele Jaarrond Tuintelling, die vijf jaar bestaat, doen elke keer tienduizenden Nederlanders mee. Op basis van hun tellingen kan vastgesteld worden hoe het met allerlei soorten dieren en planten in Nederland gaat. Bekende tellingen zijn onder meer die van vlinders, vleermuizen en bijen.