Bernadette: Bruidsvlucht
• 31-08-2009
• leestijd 2 minuten
Het was warm en broeierig die dag. Hoelang moest ik nog verscholen blijven? Werd het niet eens tijd? Volgevreten had ik mij en ik voelde mij rijp om een bruidegom te vinden. Ik riep mijn soldaten en gaf ze opdracht mijn uittocht voor te bereiden. Dapper gingen zij samen met de werksters aan de slag. Zij maakten ruimte, om te kunnen vertrekken. Loeiheet, had ik het. Ik hield het geen dag langer uit in die warme grond.
Eindelijk was het zover, tijd om eruit te vliegen. Hoe hoog zou ik komen ? En wie kon ik nog meer verwachten op mijn vlucht. Hendrik-Jan, Jaap-Joris, Pieter, stuk voor stuk potente kerels, kan niet anders zeggen maar mijn voorkeur ging toch uit naar Roderick . Roderick, mannetjesmier van een nest verderop. Zal hij erbij zijn?
Mijn meiden werkten hard en spoedig was de opening van mijn geboorterijk groot genoeg om er uit te kruipen. De lucht was blauw en de zon scheen fel. Ik schudde mijn vleugels, keek nog één keer achterom en vloog. Heerlijk om zo te kunnen vliegen. Heerlijk om gezegend te zijn met deze sluiers van de liefde.
Waar ben je bruidegom ? Kom omhoog als je durft.
Hendrik-Jan, Jaap-Joris en Pieter vlogen vlak onder mij. De knapen kwamen uit hetzelfde nest als ik. Niet echt geschikt om mee te paren. Nee, ik zocht een dappere mier uit een ander nest. De meeuwen, spreeuwen en zwaluwen cirkelden om ons heen.
Volop keuze zo te zien. Zwermen mieren vlogen door de lucht.
Het was een ieder bekend, dat wij mieren op de meest zonnige dag vroeg in de zomer onze bruiloft vierden. Nog even hoger, nog even stijgen. En daar volgde Roderick, klein maar dapper. Hoog boven de bomen wist hij mij te bereiken. Eén zalig moment samen. Dag vriend ! Dank!
Samen met vele andere koninginnen zweefde ik snel naar beneden. Ik vrat mijn vleugels af en zocht een warm nest om de kleine Roderickeitjes in te kunnen leggen. Hier blijf ik mijn verdere, lange leven. Verzorgd door mijn werksters. Ik draag genoeg zaadcellen om minstens 15 jaar mijn nest van een nieuw volk te voorzien. Ik ben de Koningin moeder. Ik beschik. Wil ik dames? bevrucht ik de eieren. Wil ik heren, laat ik de eitjes onbevrucht.
Roderick en alle andere mannen leefden na de vlucht slechts nog even. Zij gaven hun leven, vielen ten prooi aan de vogels of stierven zachtjes op de grond. T’is de natuur. volgende zomer vliegen er weer nieuwe mannen uit en stuur ik genoeg prinsessen de lucht in voor dat éne gelukzalige moment.