Langs de Waddendijk, ten noorden van Harlingen, verzamelen zich elke zomer vele duizenden steltlopers. De tureluurs, bonte strandlopers, krombekstrandlopers en bergeenden zijn hier bijeen om te ruien. Zo kan je daar in deze tijd van het jaar tienduizenden steltlopers en bergeenden bij elkaar zien. Een bijzonder gezicht.
Ruiende watervogels zijn zeer kwetsbaar. Eenden verliezen vrijwel alle slagpennen in één keer, waardoor ze lange tijd niet kunnen vliegen. Voor bergeenden is dat zelfs een periode van dertig dagen. Het maakt de vogels kwetsbaar, waardoor ze op zoek gaan naar een plek waar ze ongestoord kunnen ruien maar ook voldoende voedsel kunnen vinden.
Tot de jaren negentig zaten er veel ruiende eenden in de Duitse Waddenzee, maar veel zijn in de loop der tijd verhuisd naar het Nederlandse deel tussen Terschelling en Harlingen. Hier vinden ze de rust, de ruimte en het voedsel die ze zoeken. Met name het gebied tussen de Westhoek en Zwarte Zwaan, beter bekend als de Ballastplaat, trekt tienduizenden steltlopers en bergeenden aan.
In de zomer van 2005 werden er 23.000 bergeenden geteld, sindsdien is hun aantal alleen maar toegenomen. Vanaf de zeedijk kun je makkelijk grote groepen vogels waarnemen, wat een prachtig gezicht is.
In het Duitse Balgzand is het aantal ruiende bergeenden alleen maar verder afgenomen. Mogelijk komt dat door verstoring van garnaalvissers. Voor de NABU, de Duitse partner van Vogelbescherming, reden genoeg om een onderzoek te starten naar de achteruitgang in de Duitse Waddenzee.