Bekende tunnelgraver: de regenworm

Wat krioelt daar allemaal? In deze video zie je een bekend bodemdier rondkruipen: de regenworm. Regenwormen brengen het grootste deel van hun tijd door onder de grond, en doen daar belangrijk werk. Graven, ploegen en compost verwerken: de regenworm houdt de grond gezond. 

In Nederland kennen we meer dan twintig soorten regenwormen. De gewone regenworm komt het meest voor. In één hectare grond kunnen wel een miljoen regenwormen wonen! Samen graven ze elke dag vijf kilometer aan tunnels.

Die tunnels houden de bodem gezond. Regenwater zakt beter de grond in. Het gangenstelsel van de worm houdt de grond ook luchtig en zuurstofrijk. De grond wordt goed gemengd en dat houdt ook de zuurgraad op peil.

Op zijn tocht door de bodem eet de regenworm letterlijk de grond op. De dode plantenresten in de grond zijn een bron van voedingsstoffen voor de worm. De rest poept hij uit. Zeventig procent van regenwormenpoep bestaat uit humus. Dat is organische stof vol mineralen: goed voor de planten!

Hoe beweegt de regenworm zich eigenlijk door de grond? In de video bovenaan dit artikel kun je goed zien hoe dat gaat. Het lichaam van een regenworm is net een stofzuigerslang. Al die ringetjes zijn segmenten met kringvormige spieren. Een volwassen worm heeft er vaak meer dan honderd! De worm heeft ook spieren die van voren naar achteren lopen. Door die twee soorten spieren afwisselend aan te spannen, kruipt de worm vooruit. 

Een regenworm lijkt kaal en glibberig, maar het beestje heeft eigenlijk allemaal borsteltjes op zijn lichaam. Die gebruikt hij zich af te zetten tegen de grond. De huid van de worm is bedekt met een slijmlaag. Die laag maakt door de grond kruipen makkelijker, en beschermt verder tegen uitdroging. Zuurstofmoleculen lossen op in het vocht van de slijmlaag: zo ademt de worm.

Bron: Nemo Kennisbank, Nederlands Instituut voor Ecologie.