Beheer natuur op schiermonnikoog naar Natuurmonumenten

De rijksoverheid heeft het beheer van 4.300 hectare in het Nationaal Park Schiermonnikoog overgedragen aan Natuurmonumenten. Minister Cees Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakte de overdracht woensdag 20 april bekend op het jaarlijkse Voorjaarsforum van Natuurmonumenten, dat in het teken stond van het honderdjarig bestaan van de vereniging.
 
Schil om het eiland
Natuurmonumenten beheerde al 1.900 hectare natuur op Schiermonnikoog. Het overige deel van het nationaal park was in beheer bij Rijkswaterstaat. De dienst combineerde het natuurbeheer met haar taak om het eiland te beschermen tegen de zee. Het beheer is overgedragen, omdat natuurbeheer voor Rijkswaterstaat geen kernactiviteit is. De 4.300 hectare ligt als een schil om het hele eiland; het gaat stranden en kwelders aan langs de Noordzee en de Waddenzee.

 
Continuïteit gewaarborgd

Wilfred Alblas, directeur van Natuurmonumenten in de noordelijke drie provincies, reageerde opgetogen op de overdracht. "Schiermonnikoog is een parel van de Nederlandse natuur. Internationaal gezien hebben we het over topnatuur. Het is fantastisch dat wij dat nu gaan beheren. Nu het beheer bij Natuurmonumenten komt, is de continuïteit gewaarborgd. Dat is zonder meer winst voor de natuur. We hadden al de verantwoordelijkheid voor de broedgebieden. Daar komen nu de voedselgebieden bij."

 
In samenspraak met bewoners

Volgens Alblas is door de overdracht voor iedereen duidelijk wie wat beheert. De vereniging zal gehoor geven aan de wens van de eilandbewoners om het toezicht uit te breiden. "Verder blijven we werken volgens het beheer- en inrichtingsplan dat in samenspraak met de gemeente en de bewoners voor het nationaal park is gemaakt."

Natuurmonumenten is sinds 1989 op Schiermonnikoog aanwezig als natuurbeheerder. Aanvankelijk was de relatie met de eilandbewoners allerminst hartelijk. "We hebben ons een plek moeten verwerven", zegt Alblas. "Inmiddels hebben we goed overleg met alle betrokkenen op het eiland. En dat willen we zo houden."

Bron: Natuurmonumenten