De beekforel keert langzaam terug in Nederland. Jaren is hij weggeweest, maar in de Geul is deze eyecatcher zelfs weer aan het paaien.
Bijna niets is zo kenmerkend voor Nederland als het rivierenlandschap, maar ook bijna niets zo veranderlijk. De afgelopen jaren zijn ze vervuild, en weer schoner geworden, van loop veranderd, verlegd. Er zijn vissoorten verdwenen en anderen opgedoken. Hoe gaat het nu met de rivier in Nederland, anno 2014?
Om die vraag te beantwoorden kan een grindrivier niet ontbreken, en daarvoor moet je naar Zuid-Limburg. De bovenlopen van de Maas (met zijtak de Geul) is namelijk de enige grindrivier die we in Nederland hebben. En dat grind, gecombineerd met snelstromend water, is een habitat voor heel andere dieren en planten dan bijvoorbeeld een zandrivier. In de Geul zoeken we naar een dier dat niet zonder grind kan: de beekforel.
Beekforel
Met zijn opvallende stippen is de beekforel bij veel mensen erg geliefd. Het is een ondersoort van de forel. De zeeforel trekt van zee naar de binnenwateren om te paaien, de beekforel blijft zijn hele leven in zoet water. De soort werd sinds de jaren 60 beschouwd als uitgestorven in Nederland, waarschijnlijk door de slechte waterkwaliteit. Zijn habitat is de snelstromende grindrivier. In december paait hij; de vrouwtjes zetten de eitjes af in nestkuilen tussen het grind. Door het snelstromende water krijgen de eitjes voldoende zuurstof en in het voorjaar komen de jongen uit. Ze zoeken een beschut plekje in de beek om lekker groot te kunnen groeien.
Omdat het zo’n populaire vis is, wordt hij veel en vaak uitgezet. Gecombineerd met een verbeterende waterkwaliteit lijkt het erop dat de beekforel langzaam terugkeert in onze wateren. Hij hoort echt thuis in de Geul, en daarom is men benieuwd of hij er daar ook weer is. Een goede aanwijzing daarvoor is het voorkomen van natuurlijke paai: een teken dat de beekforel zich echt weer thuis voelt.