De biodiversiteit - de verscheidenheid aan soorten - neemt af en dat is vreselijk. Biodiversiteit is beter dan biosaaiheid. Ik moet er niet aan denken in een wereld te moeten leven met maar één plant- of diersoort.
Maar wat is eigenlijk een soort hè? Als twee organismen gezamelijk geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, dan is er sprake van twee verschillende soorten. Dat is de meest gangbare betekenis van het begrip "soort". Dus wanneer we zoveel mogelijk verschillende soorten willen, dan willen we zoveel mogelijk organismen -planten en dieren- die gezamenlijk geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Dat is toch iets vreemds om te willen eigenlijk...
In Nederland leven zo'n zestig verschillende soorten lieveheersbeestjes: oranje met zwarte stippen; zwart met oranje stippen; geel met stippen; bruin zonder stippen. Van de meest herkenbare -de oranje versie met zwarte stippen- bestaan onder andere de volgende, verschillende soorten: het tweestippelig lieveheersbeestje, het vijfstippelig lieveheersbeestje, het zevenstippelig lieveheersbeestje, het elfstippig lieveheersbeestje en het dertienstippelig lieveheersbeestje. Allemaal verschillende soorten omdat die lieveheersbeestjes gezamenlijk geen vruchtbare nakomelingen krijgen of kunnen krijgen. Maar onderling verschillen ze maar weinig.
Er is ook een ander lieveheersbeestje met precies het tegenovergestelde: het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje. Het is hier niet zo lang geleden uit Azië geïntroduceerd om luizen te bestrijden in de tuinbouw en leeft nu op verschillende plekken in Nederland in het wild. Het is maar één soort maar het heeft heel veel verschillende verschijningsvormen: je hebt ze in het oranje met zwarte stippen, en in het zwart met oranje stippen, met vijf stippen, zeven, elf, dertien, zeventien stippen. Het houdt niet op. Eén soort en toch veel variatie. Wat heeft u liever: zes verschillende typen lieveheersbeestjes die onderling nauwelijks te onderscheiden zijn maar die geen vruchtbaar nageslacht van elkaar kunnen krijgen; of lieveheersbeestjes die er allemaal heel verschillend uitzien en die onderling wél nageslacht kunnen krijgen? Ik moet zeggen dat ik het zeker niet vanzelfsprekend vind om voor het eerste te kiezen: de optie met de grootste verscheidenheid aan soorten, de grootste biodiversiteit.
Een verscheidenheid aan leven is mooi. Maar die verscheidenheid hoeft 'm wat mij betreft niet per se in verschillende soorten te zitten. Soms vind ik minder soorten, biosaaiheid, mooi genoeg.