Twee uit Azië afkomstige krabbensoorten zijn aangetroffen op Vlieland. Dat heeft krabbenspecialist R. Nijland van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) dinsdag bekendgemaakt. De exotische diertjes vormen een bedreiging voor de strandkrabben die er nu zijn.
Nijland verwacht dat de twee Aziatische soorten binnen tien jaar de meest algemene krabben in de Nederlandse getijdenzone zullen zijn. Het gaat om de blaasjeskrab en de penseelkrab. De Aziatische krabsoorten werden vijf jaar geleden voor het eerst in de Zeeuwse Oosterschelde aangetroffen.
De universitair bioloog vermoedt dat de krabben zich explosief hebben voortgeplant en hun habitat hebben uitgebreid. De eerste exemplaren zijn vermoedelijk met een schip meegekomen naar Nederland.
De Aziatische diertjes hebben grote invloed op de Nederlandse soortgenoten. ,,Ze verspreiden zich heel snel'', merkt Nijland. ,,Vijf jaar terug vonden we er drie in Zeeland, nu zitten ze onder elke steen.'' Plaatselijk komen in de Zeeuwse wateren al meer dan honderd exemplaren per vierkante meter voor. In Noord-Amerika is de blaasjeskrab er in geslaagd de inheemse krabbenpopulatie te decimeren.
In Nederland zijn de 'gewone' strandkrabben voorlopig verhuisd naar dieper water. ,,Daar kunnen ze ook leven'', zegt de wetenschapper. ,,De biotoop van de Aziatische krabben beperkt zich tot de warmere wateren. Het is een zeer interessante aanwinst voor de Nederlandse fauna.'' De penseelkrab wordt maximaal drie centimeter groot. De blaasjeskrab is met zijn vijf centimeter ongeveer even groot als de Nederlandse strandkrab.
Eerder al vestigde zich een Japanse oestersoort in de Waddenzee.