Het lozen van zwavelzuur uit de omgeslagen tanker in de Rijn bij de Duitse plaats Mainz levert geen risico op voor mens en milieu. Dat heeft staatssecretaris Joop Atsma (Milieu) dinsdag gezegd in het vragenuurtje in de Tweede Kamer.
,,Er is geen reden voor zorg'', zei de CDA-bewindsman tegen Stientje van Veldhoven (D66), die er vragen over had gesteld. Volgens Atsma is eerst geprobeerd het zuur weg te pompen alvorens de tanker, die bij de Loreley ligt, te bergen. Het schip dreigde echter te breken en ook voor de bergers ontstonden gevaren.
De Duitse autoriteiten lieten daarom maandag weten dat het restant van het zwavelzuur in de rivier wordt geloosd. ,,Bij het gecontroleerd weglekken is sprake van een enorme verdunning, waardoor het milieu geen schade oploopt'', zei Atsma.
De omgeslagen tanker veroorzaakte veel problemen voor de scheepvaart. Schepen konden er niet of nauwelijks langs. Van Veldhoven vroeg zich daarom af, waarom niet eerder voor deze oplossing is gekozen, gezien de economische schade. Atsma had echter wel begrip voor de werkwijze van de Duitsers. ,,Ze hebben eerst alles op alles gezet om het schip te bergen. Als ze dat niet hadden gedaan, zouden ze een verkeerd signaal hebben afgegeven'', analyseerde hij.
Volgens Atsma hoefden de oosterburen niet met Nederland te overleggen, hoewel het water met het zuur erin natuurlijk naar Nederland stroomt. Het Rijnverdrag voorziet er volgens hem in dat de Duitsers dat zelf kunnen beslissen. Van Veldhoven vond het vreemd dat Atsma zich baseerde op dat verdrag, terwijl Nederland zich niet houdt aan een ander deel van dat verdrag: het op een kier zetten van de sluizen in het Haringvliet.