Kort iets meer over onszelf, Anna en Corina. Wij werken op het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ) dat op Texel staat (voor meer informatie zie www.nioz.nl) . Het NIOZ is een oceanografisch instituut waar verschillende onderzoeks-disciplines (fysisch, biologisch, chemisch, geologisch) samenwerken om beter te weten te komen hoe het precies in zee allemaal werkt. Wij werken bij een van de twee biologische afdelingen en bestuderen de kleinere organismen in zee. Als je bedenkt dat ruim 50% van de zuurstof op aarde geproduceerd wordt door microscopische kleine algen in zee, dat meer dan 85% van de organische koolstof in zee wordt gevormd door microorganismen en dat ze met zeer velen zijn, dan is het logisch dat we daar onderzoek aan willen en moeten doen. Het werk dat we hier op Spitsbergen doen maakt onderdeel uit van onderzoek dat in Corina’s onderzoeksgroep wordt gedaan, nl. begrijpen wat de ecologische rol van virussen is in zee. Virussen staan bekend als ziekteverwekkers en dat zijn ze natuurlijk ook voor de organismen die ze infecteren. Bij infectie van eencellige microorganismen, echter, zal de ziekte snel overgaan in sterfte (ze zijn immers maar 1 cel groot!). En zo dragen de virussen bij tot recycling van organische materiaal in zee – al die eencellige mini-lijkjes worden immers weer verteerd en de vrijgekomen mest dient weer als voeding voor andere algen. Het lijkt vreemd, maar virussen kunnen dus door hun dodelijke activiteit de totale productie van algen verhogen, met name als er gebrek aan voedingstoffen is zoals later in het jaar (zomer) of op de open oceaan. Echter, omdat deze eencellige gastheren nu niet meer beschikbaar zijn voor predatoren, wordt er minder van de gastheer-organische koolstof doorgesluist naar hogere organismen. Het is dus belangrijk om te weten hoe deze gastheren sterven. Wij willen graag weten hoeveel en welke virussen er in de oceanen zitten, wie ze precies infecteren en wat dat doet voor de biodiversiteit, en wat de sterftesnelheden van de specifieke gastheren zijn. We vergelijken dat met anderen manieren van sterfte (gegeten worden of uitzakken naar de zeebodem) en onderzoeken zo ook wat de gevolgen zijn voor het functioneren van het ecosysteem. Hier op Spitsbergen bestuderen we met name de algen en hoe ze sterven, en werken we samen met een ander onderzoeks-team om ook de invloed van virussen op de bacteriën te bepalen. We tellen daarnaast dagelijks voor alle 9 mesocosms (en een monster net buiten de mesocosms) de algenconcentraties en nemen monsters voor bacteriën en virussen die we later thuis in het laboratorium zullen analyseren. Hoe en wat een en ander in zijn werk gaat vertellen we een andere keer.