De herfst is de tijd voor werkzaamheden aan de vijver. Amfibieën als kikkers en salamanders zijn nog niet in winterslaap en kunnen zich dus nog uit de voeten maken als er rotte bladeren van de bodem moeten worden gehaald. Richard Struijk van Ravon vertelt hoe je een vijver nog meer amfibievriendelijk kunt maken.
De negen belangrijkste tips:
1. Ligging: de vijver moet minstens de helft van de dag in de zon liggen;
2. Voldoende waterplanten: deze zorgen voor zuurstof en beschutting in het water;
3. Glooiende oever: er moet minimaal één zacht glooiende oever zijn, liefst aan de noordzijde zodat die optimaal zonnewarmte krijgt;
4. Geschikte uittreedmogelijkheden: amfibieën moeten de vijver gemakkelijk kunnen verlaten; een glooiende oever, een boomstronk, ruwe stenen e.d. zorgen ervoor dat dit kan. Lukt dat niet, maak dan een kikkertrap;
5. Verschillende dieptes: de vijver moet verschillende dieptes hebben, een dieper gedeelte (80-120 cm) waar dieren in de vorstvrije bodemlaag kunnen overwinteren en een ondiep, sneller opwarmend deel waar de kikkers hun eieren kunnen afzetten en de larven zich kunnen ontwikkelen;
6. Houd de vijver visvrij: vissen en amfibieën gaan niet samen in een tuinvijver. Vijvers zijn relatief kleine wateren waardoor enkele vissen alle eitjes en larven van amfibieën opeten. Ook voor bv. libellen is het veel gunstiger wanneer de vijver visvrij is;
7. Voldoende dekking: in de tuin moeten ook kleine “rommelhoekjes” zijn van houtblokken, losse stenen of snoeihout met blad ertussen, waar amfibieën kunnen schuilen en overwinteren;
8. Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen;
9. Vorstvrije delen in de winter: een aantal amfibieën overwintert in de vijver. Dikke sliblagen met afgestorven planten op de vijverbodem kunt u het best in het najaar verwijderen om zuurstofgebrek onder het ijs te voorkomen.