Almere door de ogen van Redmond O'Hanlon

Drie jaar lang woonde hij op uitnodiging van de gemeente Almere in deze stad : de Britse schrijver Redmond O’Hanlon. Bekend van boeken als Naar het hart van Borneo, Tussen Orinoco en amazone en Congo en van de tv-series Beagle: In het kielzog van Darwin en O´Hanlons Helden. Daarnaast is hij een groot kenner van het werk van Charles Darwin. Bij zijn reizen in Borneo, het Amazonegebied en in Congo speelde het gedachtegoed van Darwin altijd een grote rol.

Verslaggever Merlijn Schneiders trekt met Redmond O’Hanlon, diens vriendin Marijn Wijnands en de Almeerse natuurgids Sander Aldershof door het natuurgebied waar hij voor het eerst kennis maakte met het groene Almere. (Reportage gaat verder na muziek)

Van die verre gebieden naar Almere lijkt een grote stap maar Redmond O’Hanlon weet ook hier iets interessants te vinden. Het leverde zelfs een boek op : De groene stad. Vanaf zijn balkon, in de nieuwe wijk Nobelhorst met uitzicht op een prachtig stuk natuur, beschrijft hij in zijn boek vol verwondering en met zijn bekende Engelse gevoel voor humor over wat hij tijdens een driejarig verblijf in Almere heeft ontdekt.

Hij schrijft over mammoeten, reuzenneushoorns en holenberen, over scheepswrakken op de Zuiderzee en het aanplanten van duizenden bomen in de beginjaren van Almere. Hij verhaalt over de nieuwe natuur in de Oostvaardersplassen en over de plannen om van Almere een groene stad te maken, iets wat in O’Hanlons ogen al voor een heel groot deel gerealiseerd is. Het was voor hem een fantastische tijd : " I still dream about Almere ". 

De woning waar Redmond O'Hanlon verbleef stond in de nieuwbouwwijk Nobelhorst. Vandaar uit liep de Brit dagelijks naar het nabij gelegen natuurgebied. Daar ontdekte hij tot zijn grote verbazing een scala aan natuurschatten: van ree tot ijsvogel, van zeearend tot bever. 

Maar zijn favoriete plek bleek niet in Almere te liggen, wel vlakbij maar de Oostvaardersplassen vallen onder Lelystad. Redmond O'Hanlon  reed er minstens twee keer per week naar toe via de Knardijk en nestelde zich in een van de vele vogelhutten in het gebied. Hoogtepunten waren de slobeenden, nonnetjes en zaagbekken, maar zijn "all time favorit" is de kluut. Daar waar hij ze maar sporadisch zag in zijn geboorteland, strijken ze hier in grote getallen neer op de Oostvaardersplassen.