Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Alma Huisken: Levende natuur

  •  
30-01-2011
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
De levende have in mijn tuin bestaat uit een wisselend gezelschap, maar er zijn vaste bespelers: de kippen, ganzen en bijen. Daarnaast omvat het ensemble ook dierbare katten. Nee, geen honden, helaas. Ga ik compleet met mijn hondenwens op het platteland wonen, blijkt dat er in deze omgeving nauwelijks 0,001 hectare bos bij elk dorp hoort, waar herders en boxers verplicht aangelijnd een minirondje draaien!
Katten, dus. En wel jagende. Het eerste tastbare wild dat ik onder ogen kreeg werd door kater Joep bezorgd. Een muis. Niet goed te zien of zij/hij uit het bos of juist het veld kwam, maar – hoewel morsdood – was het diertje van een nederig stemmende schoonheid.
Meer muizen volgden, tot we op een late, donkere avond een plotseling gebons van jewelste hoorden. Van schrik verstijfd zagen we Joep zich met haas en al door het kattenluik wurmen. Eenmaal bedaard merkte mijn partner op: ‘Als we eens Dreun! Kleng! Klabam! horen, zal het wel een reebok-met-vol-gewei zijn waarmee hij thuiskomt.’
Onze kater is niet de enige die hier in de bosjes loert. Of erboven cirkelt… Ik stond eens met een vriend de kippen te bewonderen, vlakbij een houtril, waar het stikt van de musjes. Plots merkte ik aan onze haan dat er onraad was. Geen oogwenk later zoefde er iets voorbij en vloog weer heen, met een mus in de klauw. ‘De sperwer!’ riep ik, ondanks alles ontzag hebbend voor zijn vliegsnelheid, wendbaarheid en doeltreffendheid. ‘Hèh? Is er wat?’ vroeg de vriend loom. De jachtepisode was finaal aan hem voorbij gegaan. En ik was schijnheilig blij dat het een mus was, en geen kip.
Sinds drie jaar krijgen we tot onze vreugde regelmatig bezoek van de ransuil. Hoe-hoe-hoe, roept hij ’s avonds, mooi afgetekend als silhouet op een kale tak. Door een sterke verrekijker zag ik ook eens overdag, in volle glorie, duttend in de meidoorn. Ik deinsde terug van zijn postuur en bedacht me hoe een muisje zich wel niet moet voelen als zo’n dier geluidloos boven hem zweeft… Het maakte me opnieuw duidelijk hoe krachtig dit natuurmotto is: eten en gegeten worden. Dat bemerk ik ook de moestuin, waar uit late oogsten die nog op het land staan keurige hapjes zijn geknabbeld. Sinds kort bedenk ik, als er weer zo’n schitterend muisje door de kat wordt meegebracht: ‘Hè, echt jammer; maar ik weet zeker dat muis heeft gesmuld van mijn pastinaken en peentjes…’ Het is alweer schijnheilig, zelfs kinderlijk, en slechts een schrale troost. Maar toch, een soortement troost.
Foto: Doortje Stellwagen
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

Omschrijving *

Typ hier je reactie...


0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.