Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Alexander Reeuwijk over De Nederlandsche Vogelen

  •  
12-10-2014
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
92 keer bekeken
  •  
vogelboek.jpg
In de afgelopen eeuwen zijn er vele prachtige en beroemde vogelboeken gepubliceerd; de uitheemsche vogelen van Marc Catesby, het duivenboek van Coenraad Temminck en Pauline de Courcelle, alle vogelboeken van John Gould en – natuurlijk – de Birds of America van John James Audubon, om er slechts een paar te noemen. Een werk dat niet in dit rijtje mag ontbreken is de Nederlandsche vogelen van dominee Nozeman en uitgever Sepp.
Dit werk, dat in de tweede helft van de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw in vijf delen werd uitgegeven, is het eerste oorspronkelijk Nederlandse vogelboek uit de geschiedenis. De grote (natuurhistorische) bibliotheken in Nederland zoals Teylers Museum, Naturalis en de Artis Bibliotheek hebben de vijfdelige serie op de planken.
Vanaf 15 oktober is het mogelijk om zélf een exemplaar van de Nederlandsche vogelen te bezitten. Dan wordt de facsimile van het exemplaar van de Koninklijke Bibliotheek gepresenteerd. Vara’s Vroege Vogels mocht het alvast doorbladeren.
Van opgezet naar levendig afgebeeld
Het boek is niet alleen het eerste Nederlandse vogelboek, het is tevens met afstand het mooiste ornithologische werk dat ooit in Nederland is gemaakt; tweehonderd vogelsoorten, op 250 speciaal voor deze uitgave vervaardigde platen. Op de titelpagina staat het vol trots aangekondigd: “naer ’t leven geheel nieuw en nauwkeurig getekend”. Het betekent overigens dat de vogels voornamelijk ná het leven zijn getekend. De tekenaars en graveurs hebben de meeste vogels niet in levende lijve gezien, en moesten het doen met (ogenschijnlijk slecht) opgezette exemplaren. Op een aantal platen zie je bijna de ijzerdraadjes waarmee de vogel zijn vorm terug heeft gekregen, waardoor er een onnatuurlijke houding ontstaat.
Zo staan de poten van de scholekster stijf en wat klungelig naast elkaar. De nek is lang en onnatuurlijk gedraaid alsof de vogel omkijkt, waardoor het lijkt alsof de vogel door een Egyptenaar is getekend.
Toch zie je, als je alle 250 platen bestudeert, heel duidelijk een ontwikkeling in de afbeeldingen. Waar bijvoorbeeld de scholekster en de wielewaal nog amorf en stijf zijn getekend, komen de vogels op een groot aantal andere platen tot leven. Het mannetje en vrouwtje van de groene specht maken echt contact, de kiekendief prikt met zijn klauw in de borst van een tamme duif en de oeverzwaluw komt in duikvlucht naar zijn nest. Het was nieuw voor de tijd. Dominee Nozeman trok de velden in en bestudeerde de vogels in hun natuurlijke habitat, waardoor hij een beter beeld kreeg hoe de beesten zich bewogen en hoe ze leefden. En dat komt niet alleen terug in de platen, maar ook in de tekst. Deze trend kreeg navolging van bijvoorbeeld de Amerikaanse ornitholoog Audubon, die zijn eigen vogels bestudeerde, schoot en opzette om ze uiteindelijk zo natuurgetrouw mogelijk af te beelden.
Nozeman bleef in zijn teksten echter wel praktisch. Bij veel beschrijvingen geeft hij ook aan wat de mens aan de vogel heeft; oftewel hoe smaakt deze en hoe kun je hem bereiden.
Onze Nederlandsche vogelen
Pagina na pagina staan de vogels in prachtige intense kleuren, en op ware grootte afgebeeld; soms op een stokje, meestal in een tableau vivant. En extra opvallend: op bijna alle gravures staat een nestje met eieren afgebeeld. Het gaat hier namelijk om Nederlandse vogels, oftewel “eigen” vogels! Was de blik in de zeventiende eeuw vooral op de wereld gericht, in de achttiende eeuw is er meer aandacht voor het Nederlandse. Al rijst daarmee de vraag wat is precies een Nederlandse vogel? Degene die hier broedt, stelde Nozeman, vandaar de nesten. Een gedachte die ineens heel erg actueel is. Enfin. Het heeft in ieder geval geleid tot een geweldig boekwerk met 200 Nederlandse vogelsoorten die rond 1800 bekend waren (tegenwoordig zijn het er ongeveer 300). Daarnaast staan in de facsimile een handige tabel met de oude, nieuwe Nederlandse en Latijnse vogelnamen, en een uitstekend voorwoord waardoor de Nederlandsche vogelen in een historische context wordt geplaatst.
Kortom, dit gewichtig natuurhistorisch werk hoort thuis in de collectie van iedere zichzelf respecterende natuurliefhebber. En gewichtig bedoel ik in dit geval ook letterlijk. Met een lengte van bijna zeventig centimeter, 816 pagina’s en een gewicht van meer dan elf kilo verdient dit werk bijna een eigen tafeltje. En dat is handig, want dan kun je het boek iedere dag openleggen op een andere fabelachtige afbeelding.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor