Akkoord over eenmalige verkoop Afikaans ivoor
• 15-06-2007
• leestijd 3 minuten
De Afrikaanse landen hebben donderdag tijdens de internationale Cites-conferentie een akkoord bereikt over de verkoop van ivoor. Na lang onderhandelen is afgesproken dat vier landen in zuidelijk Afrika hun ivoorvoorraad mogen verhandelen. Zodra dat ivoor is verscheept, mag er de negen jaar daarna verder geen ivoor worden verkocht. Het moeizaam tot stand gekomen voorstel is donderdag direct aangenomen tijdens de conferentie van 173 landen die in Den Haag besluiten nemen over de bescherming van bedreigde dieren en planten.
Kenia en Mali wilden eigenlijk dat de handel in ivoor de komende twintig jaar verboden zou worden. Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe hebben grote populaties olifanten en willen het ivoor van de dieren die een natuurlijke dood sterven, kunnen verkopen. Om hoeveel ivoor het exact gaat, is nog niet duidelijk.
Aan de verkoop zijn strikte voorwaarden verbonden. Zo mag alleen ivoor worden uitgevoerd dat in januari 2007 officieel was geregistreerd en toebehoort aan de overheid. Volgens de dierenbeschermingsorganisatie IFAW lag er begin dit jaar 40.000 kilo in Botswana en 10.000 kilo in zowel Zuid-Afrika als Namibië. Cites zegt niet exact te weten hoeveel ivoor er in januari lag opgeslagen. Secretaris-generaal Willem Wijnstekers denkt echter dat het tussen de 150.000 en 200.000 kilo zou kunnen zijn. Afgesproken is dat wanneer de verkoop rond is, het ivoor in een keer wordt verscheept.
Een andere voorwaarde is dat ivoor alleen mag worden verkocht aan een land dat volgens Cites in staat is het volgens de regels te laten verlopen. Cites stemde aan de vooravond van deze conferentie in met een uit 2002 daterend verzoek om eenmalig 60 ton ivoor uit Botswana, Namibië en Zuid-Afrika te verkopen aan Japan. China viel toen nog af als een geschikte kandidaat-koper.
Kenia en Zimbabwe zijn blij met de gevonden oplossing en spreken van een 'win-win-situatie'. De Zimbabwaanse minister Francis Nehma vindt dat er tijdens deze Cites-conferentie geschiedenis is geschreven. ,,Eerder ging het ook altijd over olifanten, maar bleef er altijd verdeeldheid. Nu is er wel een oplossing.'' Volgens Nehma moeten de vier landen nog beslissen hoeveel van hun ivoorvoorraad ze gaan verkopen.
Kenia heeft 30.000 olifanten en hoopt dat het aantal nu kan toenemen tot zeker 50.000. ,,Voor het verbod op de handel in ivoor hadden we er maar 16.000. Hopelijk kunnen we snel zien of de stropers de dieren met rust laten nu er veel legaal ivoor op de markt komt'', aldus Patrick Omondi, die in Kenia betrokken is bij het beschermen van soorten.
Tijdens de langdurige onderhandelingen is tevens afgesproken dat er een actieplan en een fonds komen om de toekomst van de Afrikaanse olifant zeker te stellen. Verder controleert Cites of de stroperij toeneemt. Ondanks het internationale verbod jagen stropers nog steeds op de dieren en is er illegale handel, vooral in de landen met weinig olifanten.
Volgens schattingen van het Wereld Natuur Fonds (WNF) leven er in 37 Afrikaanse landen nog hooguit 690.000 olifanten, terwijl er ooit miljoenen op het continent voorkwamen. In de jaren '80 werden jaarlijks bijna 100.000 dieren gedood, de export van ivoor groeide tussen 1950 en 1985 van 200 tot 1000 ton per jaar. De olifantenpopulatie verschilt sterk per land. In de meeste West-Afrikaanse landen leven niet meer dan honderd olifanten per land. In Zuidelijk Afrika zijn dat er door succesvolle beschermingsmaatregelen rond de 300.000 en dat aantal neemt toe.
Het WNF is blij met het gevonden compromis, maar vindt het jammer dat de Afrikaanse landen nog weinig voornemens hebben om de illegale binnenlandse ivoormarkten in Azië en Afrika aan te pakken.
Bron: ANP