Wanneer je geen kinderen hebt verplaatst de genetische behoefte tot zorgzaamheid zich naar andere levende organismen. Zo hebben wij een kat (Gompie), die al heeeeel oud is en daarom zeer bijzondere verzorging vereist. Superkorrels die duurder zijn dan welk voer dan ook en van die kleine bakjes met biefstuk, waar de mevrouw van de reclame een toefje peterselie naast legt voor haar kat.
In de winter worden de vogels ruimschoots van voer voorzien, voor ieder soort wat wils. Dat is duidelijk merkbaar, het wemelt van de mezen (o.a. Pluisje), gaaien (o.a. Bas de Gaai), roodborstjes (waaronder Hij die tikt), vinkjes en eksters (Ekke en Okke).
In de vijver zitten vissen, die heten allemaal Rocky. Rocky 1, 2, 3 enzovoorts, maar eentje heet Free Willy, een enorme poemel onder de pasgeborenen. Achter het huis hebben we eenden, ieder voorjaar met een nest. Ze liggen op de surfplank en komen brood halen uit de keuken. Alle jonge eendjes krijgen een naam, van Giovanni tot Djingel en Djangel.
Maar verreweg het gekst zijn we op de merel. Merel heet Eissie. Eissie Broekema was een jongetje uit Appingedam dat (rond 1935) iedere dag op zijn fiets van school naar huis sjeesde. Bij huis aangekomen riep hij dan; "Moeke doe deur open en geef mie een stoetje".
Eissie de merel vertoont vergelijkbaar gedrag, vliegt een paar keer per dag rechtstreeks de keuken in om zich tegoed te doen aan de veel te dure korrels van Gompie. Soms laat ie een cadeautje achter in de vorm van een wormpje of een insect en bij het wegvliegen bedankt hij altijd met een bijzonder mooi lied.
Dat doen kleine kindjes pas als ze groot zijn (soms).