Als geen ander kennen wij de planeet Aarde. Dagelijks hebben we te maken met haar giften, maar ook met haar innamen. Haar verbazingwekkende, maar soms ook angstaanjagende natuur. Vulkaanuitbarstingen, tsunami’s en aardbevingen. Veel hiervan wordt veroorzaakt door de structuur van de aardbol.
Aardlagen
De aardbol bestaat uit verschillende lagen, die allemaal een andere structuur hebben. Het centrum van de aarde, op 6370-2900 km diepte, bestaat uit een vaste binnenkern met daaromheen een vloeibare buitenkern. Beide structuren bestaan hoofdzakelijk uit ijzer en nikkel, met sporen van andere elementen. Om deze kern ligt de mantel die uit twee lagen bestaat; de binnen- en buitenmantel. Beide lagen bestaan uit ijzer- en magnesiumrijke verbindingen en oxiden. De mantel is overwegend vast van structuur, maar is wel plastisch waardoor het materiaal kan stromen. Op 410 km diepte ligt de meest vloeibare laag, de athenosfeer. Deze hete vloeistof wordt afgesloten door de vaste lithosfeer en de korst.
De lithosfeer en de korst bestaan uit verschillende losliggende platen die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Deze bewegingen ontstaan niet spontaan, maar worden opgewekt door de warme vloeistof die opwelt vanuit de athenosfeer. Deze vloeistof heeft tot gevolg dat koeler gesteente naar beneden wordt gedrukt. Uiteindelijk kan dit resulteren in het verschuiven van aardplaten.
Plaattektoniek
Er zijn drie soorten grenzen die de lithosferische platen met elkaar verbinden; convergente, divergente en transforme grenzen.
Bij een convergente grens bewegen de platen naar elkaar toe. Deze beweging heeft twee mogelijke plaatverschuivingen tot gevolg, die afhankelijk zijn van de zwaarte van een plaat. Wanneer de botsende platen even zwaar zijn, duwen ze elkaar omhoog; er ontstaat een gebergte. Wanneer één van beide platen zwaarder is, duikt deze onder de andere plaat. Uiteindelijk smelt het sediment in de warme, dieperliggende aardlagen.
Een divergente grens is het tegenovergestelde van een convergente grens. De platen bewegen namelijk van elkaar af. Tussen de twee platen ontstaat een steeds groter wordend gat, dat opgevuld wordt met nieuw heet materiaal afkomstig uit de athenosfeer. Het heeft tot gevolg dat de platen nog verder uit elkaar geduwd worden.
Bij een transforme grens bewegen de platen langs elkaar heen. Deze beweging roept een hoop wrijving op, waardoor de daadwerkelijke verschuiving in plotselinge schokkerige stappen plaatsvindt.
De verschillende soorten plaatverschuivingen kunnen onder andere aardbevingen en magmaopwellingen tot gevolg hebben. Afhankelijk van het soort verschuiving is een dergelijke ‘natuurramp’ licht dan wel hevig.