De Aflsuitdijk en IJsselmeer bestaan beide 75 jaar. Om 13.02 uur op 28 mei 1932 gilden stoomfluiten en sirenes en werd de vlag gehesen; de Zuiderzee was niet meer, het laatste stroomgat, de Vlieter, werd gesloten. De bekendse dijk van Nederland was gedicht en het IJsselmeer was geboren.
Vijf jaar lang hadden duizenden arbeiders van de Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken hard gewerkt aan de bouw van de Afsluitdijk. De afsluiting diende twee grote doelen. De woeste Zuiderzee werd getemd en dat garandeerde de veiligheid van het achterland tegen het oprukkende water. Verder maakte de Afsluitdijk het inpolderen van een deel van de Zuiderzee een stuk gemakkelijker; in het ontstane IJsselmeer waren geen getijden meer. Eb en vloed waren verleden tijd.
Plannen tot afsluiting van de Zuiderzee waren er al in de 17e eeuw, maar het werd pas echt serieus toen ir. Cornelis Lely in 1891 met zijn plannen kwam. Die plannen leidden uiteindelijk, nadat in 1916 Noord-Nederland door een watersnood was getroffen, tot de Zuiderzeewet van 1918. In 1919 richtte de regering een aparte overheidsdienst op voor de uitvoering van de inpolderingplannen: de Dienst der Zuiderzeewerken.
Deze dienst begon eigenlijk al in 1920 met de afsluiting van de Zuiderzee. Toen werd de aanleg van het dijkgedeelte van 2,5 km door het Amsteldiep aanbesteed. Deze dijk betekende het einde van Wieringen als eiland. Bij de bouw van deze dijk werden ervaringen opgedaan die van grote betekenis zijn geweest voor de bouw van de eigenlijke Afsluitdijk, zoals bijvoorbeeld het gebruik van keileem als materiaal voor het dijklichaam.
IJsselmeer als natuurgebied
De afsluiting had grote gevolgen voor de natuur en betekende de nekslag voor de duizenden vissers die op de Zuiderzee hun boterham verdienden. Na de voltooiing van de Afsluitdijk veranderde de voormalige zee in een meer. Het water werd geleidelijk aan steeds zoeter. Nog een paar jaar hielden de haring en de ansjovis stand, maar uiteindelijk verdwenen ze. De bruinvis en de gewone zeehond waren toen al lang vertrokken.
Het IJsselmeer is het grootste zoetwatermeer in West-Europa. Het gebied is internationa al als Wetland erkend en is tevens Vogelrichtlijngebied. Naast de ecologische waarde door de grote rijkdom aan natuur is het IJsselmeer ook landschappelijk, cultuurhistorisch en economisch van groot belang. Zowel nationaal als internationaal worden deze waarden onderkend. Dat het IJsselmeer open blijft, staat dus vast, maar hóe open?
Op korte en langere termijn zal het IJsselmeergebied geconfronteerd worden met tal van bedreigingen. Eén van de voornaamste bedreiging voor het IJsselmeer is klimaatverandering en de daarmee samenhangende zeespiegelstijging. Een ander voorbeeld is de demografische en stedelijke ontwikkelingen, waarmee lokale overheden kostbare (natuur)gebieden willen opofferen voor inpoldering en bebouwing.
De Stichting Verantwoord Behoud IJsselmeer (VBIJ) zet zich in om met alle betrokkenen te komen tot een verantwoord behoud en beheer van het IJssel-meergebied, waarbij alle huidige ecologische, landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische en economische waarden behouden blijven en versterkt worden.
Het Zuiderzeemuseum organiseert ter gelegenheid van het 75-jarige bestaan van de Afsluitdijk in 2007 een spectaculaire tentoonstelling: De Dijk. Centraal staan de 21 schilderijen en 106 tekeningen die van Mastenbroek van het gebeuren maakte. Geflankeerd door prachtige eigentijdse foto’s, machines en stoomfluiten wordt de dynamiek en heroïek van die turbulente tijd gevat.