In de jaren 80 was Brideshead Revisited een tv-sensatie. De soapserie over een ongelukkige adellijke familie wordt vanaf deze week in z’n geheel herhaald.
Als een blikseminslag was het: ineens werd ik teruggeflitst in ruimte en tijd naar landgoed Brideshead. Ik stond wederom schuchter op het marmer van de grote hal terwijl Sebastian door een bediende werd binnengereden in een rolstoel, gehuld in een paarse ochtendjas en onmiddellijk champagne aanrukkend, verheugd over mijn komst. Het terugflitsen gebeurde in Westminster Abbey, ook een memorabel Brits instituut, waar ik net de audiotour op mijn schedel had gezet. Zodra Charles Ryder mij via de koptelefoon intiem in het oor begon te lispelen met uitleg over de architectonische wonderen, was de Abbey vergeten en was ik terug in Brideshead. Acteur Jeremy Irons, die tot zijn dood vereenzelvigd zal worden met zijn vroege rol als Charles Ryder in Brideshead Revisited, heeft namelijk op de audiotour van Westminster Abbey exact dezelfde zalvende kakstem die hij ook opzette voor de ellenlange voice-overs in de tv-serie, die voor een groot deel rechtstreeks uit het gelijknamige boek van Evelyn Waugh blijken te komen, dat ik nog steeds niet gelezen heb. Een serie die wereldwijd een veel groter succes was dan je van de hoogste literaire, mild homoseksuele en behoorlijk katholieke inhoud zou verwachten. En een serie die zesendertig jaar na het verschijnen op een merkwaardige manier gedateerd is, namelijk vooral niet, maar in sommige opzichten weer wel.
Ter korte introductie of opfrissing: Brideshead is het landgoed van de familie Flyte. De jongste zoon Lord Sebastian Flyte is een mooie geaffecteerde dandy met een flamboyante levensstijl die tijdens zijn studie in Oxford de upper-middleclass student Charles Ryder leert kennen. Charles is onmiddellijk gecharmeerd van de losgeslagen, zuipende en geld verbrassende Sebastian en zijn wilde vrienden. Zeker als de familie Flyte blijkt te wonen op een landgoed van zo’n architectonische en landschappelijk weidsheid – lees: een onwaarschijnlijke kast van een barok landhuis mét koepel en twintig voetbalvelden gemanicuurd gras met aanpalende binnenzee voor de deur, inclusief de grootste fontein uit de wereldgeschiedenis – dat Charles meteen in de social mobility-stand schiet: hier wil hij bijhoren, al is hij van een lagere klasse. Charles leert Sebastian en zijn oudere broer en twee zussen steeds beter kennen, krijgt een soort van verhouding met Sebastian en uiteindelijk een openlijke – doch door de kerk verboden – relatie met zus Julia en terwijl Sebastian op pittoreske locaties wegkwijnt van de drank begint een jarenlang spel van aantrekking en verwijdering tussen Charles en de getroebleerde en door het katholicisme geïnspireerde familie Flyte. En dan walst WO II er ook nog eens overheen; in de eerste en laatste scènes van dit elf uur durende epos in elf afleveringen zien we hoe een oudere Charles nog één keer het voormalig glorieuze Brideshead bezoekt – vandaar dat ‘revisited’ – als hij er wordt ingekwartierd als militair.
Dan is zijn band met de familie Flyte goeddeels verbroken en staat het Britse rijk en de geprivilegieerde positie van de adel op instorten. En exact dat privilege was wat in de jaren 80 zo’n indruk maakte op mijn generatie, die toen halverwege de middelbare school zat. Dat, en Sebastian, op wie iedereen een soort van verliefd was. De mooie, nette doch losgeslagen en duidelijk maar op een vreemde manier niet echt openlijk homoseksuele Sebastian en zijn teddybeer Aloysius, pakte zowel de mannelijke als vrouwelijke kijkers in. Heel bijzonder eigenlijk, vooral zijn grote geliefdheid in de toch behoorlijk homofobe Verenigde Staten, waar zijn onafscheidelijke Aloysius zelfs in serieproductie werd genomen en in speelgoedwinkels veertig dollar opbracht. De liefde voor Sebastian was acceptabel, misschien omdat hij een soort groot kind was. Dat andere aspect van Brideshead, dat privilege, dat hakte er ook in. Wij waren kleine Charles Rydertjes: eigenlijk vooral van gewone komaf, maar schoolgaand op een gymnasium dat net zo oud en elitair was als de universiteit van Oxford. Wij droomden ons hele landgoederen bij elkaar, schreven gedichten, gebruikten Brideshead-woorden als ‘estate’ en noemden elkaar ‘jonkheer’. We waren zestien, gelukkig en volkomen onuitstaanbaar. Het ging uiteraard over, maar het was wel leuk en kwam geheel door Brideshead Revisited.
Uiteraard keken onze ouders met een andere, minder dweepzuchtige blik en zagen veel meer klassenbewustzijn, geschiedenis en geloof in de serie, maar ze keken wel. Iedereen keek en vond het prachtig. Houdt de serie stand, na zoveel jaar? Het eerst dat opvalt in deze dagen van breedbeeld, is het 4:3 formaat van het beeld, dat zich juist niet leent voor de wijdsheid van Brideshead, dat zo’n breed huis is dat het alleen volledig in beeld past als het van kilometers ver gefilmd wordt. Ook het tempo doet ouderwets aan; Brideshead Revisited het boek schijn je in drie uur uit te hebben maar de serie is ongelooflijk loom – traag is een te negatief woord hier. Bij het lukraak door de afleveringen zappen valt ook op dat er toch wel erg veel deprimerende dingen gebeuren; het is niet alleen maar feestvieren en uit het raam kotsen, er gebeuren ook veel náre dingen. Maar de klasse van de serie blijft fier overeind staan. Behalve, het moet gezegd worden, misschien Charles Ryder zelf. Hij is een soort stand-in voor de kijker, een outsider die erbij wil horen, sine nobilitas en platzak. Hij komt minder sympathiek over dan wij hem destijds vonden. Zijn monologen storen nu af en toe en hij is een beetje een zeikerd en eigenlijk ook best een irritante acteur, die Irons, die privé ook een soort Charles Ryder lijkt te zijn, met veel waardering voor paardrijden, vossenjacht en andere adellijke hobby’s. Het wonderlijke is dat de regisseur aanvankelijk de acteur die nu Sebastian speelt in gedachten had als Charles. Daar kun je je niets bij voorstellen. Dus Charles Ryder blijft toch eeuwig Jeremy Irons, die nu dus een kleine smet vormt op Brideshead, maar dat is uiteraard zeer persoonlijk. Ik heb de audiotour in elk geval vrij snel weer uitgezet, moe van zijn slijmerige gelispel. Maar de flashback naar Brideshead Revisited was toch waardevol. Het huis is gaver dan die hele Westminster Abbey eigenlijk.
En je kunt er overigens gewoon heen: Brideshead heet in het echt Castle Howard. Het ligt bij York, de serie is er echt gefilmd – ook de binnenscènes – en je mag er als bezoeker gewoon in. De audiotour laat ik liggen.